CD Recensies

KODÁLY: SOLOCELLOSONATE E.A., CLEIN

Kodály: Sonate voor cellosolo op. 8; Cellosonatine; 9 Epigrammen; Romance lyrique; Adagio. Natalie Clein en Julius Drake. Hyperion CDA 67829 (68’53”). 2009

 

Janos Starker was degene die me de verrassende, bewonderende kennismaking met Kodály’s Solosonate uit 1910 op een oude Engelse Columbia lp leverde. Jaren later, in 1988, herhaalde hij die krachttoer op Delos DE 1015, maar de fut was er toen een beetje uit. Gek eigenlijk dat Rostropovitch het wek versmaadde, althans hij blijkt er nooit een opname van te hebben gemaakt.

Legio anderen waagden zich er wel aan. Tot de succesvolsten behoren Bára (Supraphon SU 3515-2), Kliegel (Naxos 8.553160) en Sung-Whon Yang (EMI 575.685-2), een jonge debutante net als de Engelse Natalie Clein. De concentratie van haar is bewonderenswaardig; geen moment verslapt de aandacht en de intensiteit evenmin. Dat blijkt vooral in het adagio. In de finale komen de volksdans ritmen ook niets tekort. Cleins toon is warm, zuiver en kernachtig. Minstens zo treffend is het brede kleurenspectrum dat ze biedt. Hooguit de intonatie had beter in de hand kunnen worden gehouden, maar ja wat wil je als je een royale expressie voorrang geeft.

Zij speelt ook het relatief onbekende Adagio uit 1905, dat oorspronkelijk was bedoeld voor de Cellosonate op. 4. De Epigrammen uit 1954 hebben het intieme karakter van vocalises. Opdracht geslaagd, succes verzekerd.