CD Recensies

KURTÁG: BERICHTEN VOOR WIJLEN RV TROUSSOVA; MELODIEN E.A.

Kurtág: Berichten voor wijlen RV. Troussova op. 17; Werk voor piano en instrumentaal ensemble op. 27/1 Quasi una fantasia; Scenes uit een roman op. 19 Jelenet egy regenybo! Resp.  Rosemary Hardy (s), Hermann Kretzscmar (p), Christine Whittlesey (s), Márta Fábián (cimb.), Mathias Tacke (v) en Thomas Fichter (cb)  met het Ensemble Modern o.l.v. Peter Eötvös. Sony SK 53290 (55’04”). 1992

 

Kurtág: Berichten voor wijlen RV. Troussova op. 17; Gedichten van Anna Akhmatova op. 41/1-4; Melodien, 1971; Ligeti: Celloconcert. Resp. Natalia Zagorinskaja (s), Miklós Perényi (vc) en het UMZE kamerensemble o.l.v. Peter Eötvös. BMC 162 (66’30”). 2009

 

Het succes van een uitvoering van Troussova in Parijs heeft dit werk tot een der bekendste werken van Kurtág gemaakt. Het is geschreven vanuit het standpunt van een vrouw die terugblikt op haar liefdesleven, frustraties en wanhoop en bevat 21 liederen die in drie delen – ‘Eenzaamheid’, ‘Een beetje erotisch’ en ‘bittere ervaring – vreugde en leed’ – zijn onderverdeeld.

De uitgesproken krachtige beelden die auteur Dalos oproept en de fragmentarische aard van de cyclus stellen de componist in staat om alle ruimte te geven aan zijn briljante vermogen om plotselinge stemmingswisselingen door onvoorspelbare instrumentale combinaties en virtuoze vocale effecten te realiseren.

Troussova zit vol rusteloze energie en toont de expressionistische kant van Kurtág, maar er zijn ook heel lyrische momenten, zoals in het fraaie zevende lied ‘Je stal mijn hart’. Er is ook een duidelijke verwantschap met Bartók’s opera Hertog Blauwbaard door de overheersende sfeer van eenzaamheid en de wijze waarop de niet-vocale muziek dient als een beschermende onthulling van de beschadigde psyche van de bewuste vrouw.

Dit tweetal uitvoeringen van Troussova (met een geringe voorkeur voor de BMC versie) is duidelijk beter dan die op een vroegere Erato cd. Dat heeft veel te maken met de betere opnamekwaliteit die de precieze, schilderachtige kwaliteiten van Kurtágs klankwereld beter laat uitkomen. Beide zangeressen lukt het om met schijnbaar gemak hun lastige partijen met een grote expressie en veel muzikaliteit tot klinken te brengen. Verder zijn vooral ook die andere liederencyclussen en het krachtige Quasi una fantasia voor piano en diverse instrumenten van groot belang.