Kagel: Auftakte, sechshändig; Phantasiestück; Serenade; Transición II. L’art pour l’art. CPO 999.577-2 (66’45”). 1997
Dit heel verscheiden programma vormt een mooie inleiding op het werk van Kagel die nog steeds wordt bewonderd vanwege zijn heel menselijke, vaak humoristische en nooit agressieve manier waarop hij omgaat met de progressieve muziekwereld. Pretentie lijkt hem ook vreemd te zijn.
Maar er schuilt ook meer dan pure frivoliteit en satire in zijn werk. Transición II voor piano, slagwerk en tape (1958/9) pakt de oude modulatiegedachte weer op om te ‘moduleren’ tussen levende en reeds opgenomen klank in afwisselend continue en discontinue vorm. Dat gebeurt zonder zich te buiten te gaan aan expressionistisch verwarring stichten, maar met de speelse manier van werken die typisch voor hem is. Het resultaat mag dan aan de droge kant lijken, het bezit ook iets van de verkwikkende opgewektheid die de componist eigen is.
In het Phantasiestück voor fluit en piano (1987/8) toont Kagel zijn bereidheid om met muzikale clichés te flirten zonder het al te inconsequent te laten worden. Momenten van heel Gallische charme worden afgewisseld door eerder sardonische klankeffecten.
In de Serenade voor fluit, gitaar en slagwerk (1994/5) is het expressiebereik nog groter en gunt hij zich meer tijd: 24 minuten. De bindende factor is vernuftige afwisseling aan ideeën.
Tot slot biedt Auftakte sechshändig voor piano en slagwerk (1996) een geconcentreerd relaas vol boeiend materiaal. Het lijkt niet makkelijk om nog overtuigender uitvoeringen te maken van al dit fraais.