Kabalevsky: Cellosonate in Bes op. 71; Martinu: Variaties op een thema van Rossini. Øystein Birkeland en Håvard Gimse. Simax PSC 1146 (59’38”). 1999
Misschien moeten we het als de tragiek van Dmitri Kabalevsky beschouwen dat hij in het verkeerde tijdsbestek in het verkeerde land leefde en zich strikt te houden had aan de compositorische beperkingen die het Sovjet regime dicteerde. Desondanks werd hij ooit van formalisme beschuldigd.
Maar in potentie was Kabalevsky best een krachtige componist met soms even een doorbrekend eigen geluid. De Cellosonate behoort beslist tot zijn betere werken en het is een document van grote waarde dat we dit werk kunnen horen van de grootste Russische cellist met de componist zelf aan de vleugel, waar hij zich meteen als een heel goede pianist ontpopt. De opname uit 1962 is misschien niet onder ideale omstandigheden tot stand gekomen, maar klinkt heel aanvaardbaar.
Met de Cellosonate nr. 2 van Shostakovitch voeren Rostropovitch en Kabalevsky zich met stip door de begeleiding van de componist vooraan in een rijtje favorieten waartoe ook Mørk/Vogt (Virgin 482.067-2) en Harrell/Ashkenazy (Decca 473.807-2) behoren.
Tot slot is er een Cellosonate van neef Karen (1920-2011) van de beroemder Aram. Zijn best aardige cellosonate dateert uit 1966 en wordt opnieuw met begeleiding van de componist gespeeld. Als dat geen sterk pre is?!