Lutoslawski: Pianoconcert; Partita voor viool en orkest; Chain 2. Krystian Zimmerman (p), Anne-Sophie Mutter (v) met het BBC Symfonie orkest o.l.v. Witold Lutoslawski. DG 471.588-2 (60’37”). 1989
Lutoslawski: Pianoconcert; Chain 3; Novelette. Krystian Zimerman met het BBC symfonie orkest o.l.v. Witold Lutoslawski. DG 431.664-2 (55’15”). 1990
Lutoslawski: Pianoconcert; Fanfare for Los Angeles philharmonic; Chantefleurs et chantefables; Symfonie nr. 2. Paul Crosley (p), Dawn Upshaw (s) met het Los Angeles filharmonisch orkest o.l.v. Esa-Pekka Salonen. Sony SK 67189, 88765-44083-2 (73’54”). 1994
Lutoslawski: Pianoconcert; Mala suite; Symfonie nr. 2. Piotr Paleczny met het Pools Nationaal omroeporkest o.l.v. Antoni Wit. Naxos 8.553169 (77’26”). 1995
Lutoslawski: Pianoconcert; Szymanowski: Symphonie concertante nr. 4 op. 60. Ewa Kupiec met het Bambergs symfonie orkest o.l.v. James Judd. Koch 36414-2 (49’51”). 1996
Lutoslawski: Pianoconcert; Sørensen: Lullabies; The shadows of silence; Kurtág: Delen uit Játékok 3, 5, 6; Dalbavie: Pianoconcert. Leif Ove Andsnes met het Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Franz Welser-Most. EMI 264.182-2. (1’15”54”). 2007
Lutoslawski: Pianoconcert. Lars Vogt met het Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding. RCO Live RCO 12004 (14 cd’s). 2004
Lutoslawski: Pianoconcert; Symfonie nr. 2. Krystian Zimerman met het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. DG 479.4518 (52’19”). 2013
In 1987 droeg Witold Lutoslawski zijn helaas enige pianoconcert op aan Krystian Zimmerman die zijn solopartij bestempelde als ‘extreem pianistisch van stijl’. Verder is de opzet van het vierdelige werk vrij traditioneel, maar dan wel binnen de heel persoonlijke muziektaal van Lutoslawki die in dit opzicht nooit compromissen sloot. Verder zijn solist en orkest in dit werk in hoge mate met elkaar verweven. Voor een eigentijds werk klinkt het opvallend kleurig en sprookjesachtig. Maar gaandeweg worden de feeërieke guirlandes steeds dramatischer.
Als elfjarige had de componist voor het eerst de weelderige orkestpracht van zijn landgenoot Szymanowski leren te bewonderen en dat klinkt in veel van zijn werken door. Het concert had zijn première tijdens het Salzburg festival 1988. Een jaar daarna maakten Zimmerman en Lutoslawski hun eerste opname hiervan in Londen. Die opname van dit tweetal werd – anders gekoppeld – een jaar later nog eens uitgebracht en heeft de charme van de mooie samenwerking tussen solist en componist.
Hierboven zijn de latere opnamen meteen ook maar genoemd. Daaronder een eigen radio-opname van Vladar en Marc Albrecht me het Concertgebouworkest uit 1990 die zover na te gaan nooit in de handel is gebracht.
Bij de overige solisten vallen Ewa Kupiec en Piotr Paleczny vrij snelaf; deze solisten zijn op hun best in de dichterlijke passages, maar verder sprankelt hun musiceren te weinig en blijven kleurschakeringen en dynamische contrasten te vlak. Beter is dan weer Paul Crosley die leniger en gedifferentieerder klinkt. Wat Leif Ove Andsnes vervolgens laat horen is nog beter, al speelt hij in dit geval misschien toch teveel een ouderwetse klavierleeuw, die onvoldoende aandacht toont voor nuancen. Louis Lortie gaat evenwichtiger te werk en profiteert van de uitstekende Chandos opnamekwaliteit. Met de opname van Lars Vogt is niets mis, maar niemand zal overwegen om alleen ter wille van Lutoslawski een album met 14 cd’s aan te schaffen wanneer er zoveel goede alternatieven zijn.
Zo is het tenslotte toch weer Krystian Zimerman, die nu met een betere dirigent en orkest en een rijker klinkende opname het pleit in zijn voordeel beslecht. Hij speelt (soms hoorbaar mee-neuriënd) het werk met de intussen opgedane ervaring nog geconcentreerder en met een grotere mate aan invoeling.
Zodat tot voorlopig besluit zijn nieuwste opname duidelijk aanspraak maakt op een voorkeurspositie. Dat ook de symfonie nr. 2 hier optimaal interpretatief slaagde – net weer een graadje beter dan bij de matig bevredigende Wit (Naxos 8.553169) al erg goede Salonen (Sony 88765-44083-2) en Gardner (Chandos CHSA 5106).