Liadov: Pianostukken op. 2 nr. 1-14 ‘Knibbelspel’; Pianostukken op. 3 nr. 1-6; Arabesken op. 4 nr. 1-4; Étude in As op. 5; Impromptu in D op. 6; Intermezzi op. 7/1 en 2; Intermezzi op. 8/1 en 2; Wals in fis op. 9/1; Mazurka’s in As op. 9/2, in C op. 10/2, in D op. 10/3, op.11/2 ‘Dorische’, in fis op.11/3; Préludes in Des op. 10/1, in b op. 11/1. Olga Solovieva. Toccata TOCC 0082 (64’41”). 2008
De aangeboren traagheid van Anatole Liadov (1855-1914) heeft ertoe geleid dat hij ooit bereikte wat zijn fans van hem verwachtten: veel grotere bekendheid of zelfs beroemdheid. Laten we daarom maar dankbaar zij voor wat ervan hem wel aan orkestwerken, kamermuziek en pianowerken is.
De Russische pianiste Olga Solovieva toont, niet onlogisch, nog meer affiniteit met deze muziek dan Stephen Coombs (Hyperion CDA 66986), die echter wel de substantiële Glinka variaties in Bes op. 35 uit 1894 in zijn programma opnam. Glinka was trouwens blijkbaar een belangrijke inspiratiebron voor Liadov, dat ik onder meer terug te horen in zijn mazurka’s, die natuurlijk ook iets aan Chopin te danken hebben. Zoals bijvoorbeeld het gebruik van dalende chromatische harmonieën.
En Liadov heeft ook een heel duidelijke, bekoorlijke eigen stem. Dat betekent dat duidelijk sprake is van aardigheid, van wat Tchaikovsky le joli noemde. Een eigenschap die bijvoorbeeld het Knibbelspel sterk tekent
Maar Liadov weet ook de frasering met Russische romantische elegante gebaren te bepalen; zijn melodieën zijn niet zelden Slavisch melancholiek.Zelden gaat het er heftig aan toe.
Zo werd dit een aantrekkelijk recital, op heel sympathieke en begripvolle manier uitgevoerd. Solovieva maakt hier duidelijk waarom Liadov zoveel bewonderaars had.