Leifs: Liederen (compleet). Herdenkingsliederen over de dood van Jóns Hallgrimsson op. 45 nr. 1/3; Liederen uit de Saga symfonie op. 25 nr. 1-3; IJslandse volksliederen op. 19b nr. 1 en 2; Liederen voor zangstem en piano op. 18a nr. 1 en 2; Verzen uit Hávamál op. 4 nr. 1-3; ‘Sta, huis van steen’ op. 47a; ‘Maanlied’ op 14a nr. 1, ‘Wiegelied’ op. 14a nr. 2; Liederen uit IJslandse sagen op. 24 nr. 1-3; Liederen voor zangstem en piano op. 23 nr. 1/3; ‘Herinneringsland’ op. 27/3; Liefdesverzen uit de Edda op. 18b nr. 1 en 2; Oude verzen van de Skalden op. 31 nr. 1-3; IJslandse hymnen op. 12a nr. 1-3; ‘Torrek’ op. 33a. Finnar Bjarnason (t) en Örn Magnússon (p). BIS SACD 2170 (80’28”). 2001

Dit is de nieuwste cd die Bis sinds 1996 wijdt aan de werken van de IJslandse cult componist Jón Leifs (1899-1968) die na zijn pianostudie aan het conservatorium in Leipzig als dirigent en componist in Duitsland bleef wonen en werken. Omdat hij met de Joodse pianiste Annie Riethof was getrouwd, kreeg hij moeilijkheden met het regime, maar wel toestemming om uit te wijken naar Zweden, doch na het einde van de oorlog keerde hij naar IJsland terug.

Leifs verwierf vooral bekendheid met zijn dikwijls nogal spectaculaire, door natuurfenomen bepaalde orkestwerken. Hier gaat het om een heruitgave van Smekkleysa SMK 20 waarop de 32 liederen nogal royaal over twee cd’s waren verdeeld. 

Het materiaal is heel afwisselend van stemming: nu eens tragisch, boos, dan weer berustend en smekend. Daar zijn de duistere dissonanten van ‘Sta, huis van steen’, de heftigheid van ‘Thormodir’s dood’ en ‘Fjord van duizend eilanden’ maar ook de treffende karakterschetsen van Ijslandse volksliederen, het liefdevolle ‘Liefst kind van me’ en het wat raadselachtige ‘Goede nacht. De Drie verzen van Havamel klinken als protestliederen en ronduit sinister is ‘Dans van de kleurenbeelden’. Ook de volksliedarrangementen zijn bijzonder.

Alles bijeen geeft dit repertoire een goed inzicht in de persoonlijkheid van de componist en omspant het een breed gamma aan gevoelens. Tenor Finnur Bjarnason en pianist Örn Magnússon die met de uitgebreide en veeleisende pianopartijen een groot aandeel in het project heeft, zijn maar al te vertrouwd met dit repertoire dat ze hier een grote dienst bereiden. Magnússon nam trouwens ook de volledige pianowerken van Leifs op (BIS CD 692).