CD Recensies

LOCATELLI: VIOOLCONCERTEN NR. 1, 2 EN 4 UIT L'ARTE DEL VIOLINO., JACOBS

Locatelli: Vioolconcerten nr. 1 In D op. 3/1, 2 in c op. 3/2 en 4 in E op. ¾ uit L’Arte del violino. Lisa Jacobs met The string soloists. Cobra 0054 (64’00”). 2016

 

De beroemdheid van Pietro Locatelli is vooral gebaseerd op het dozijn virtuoze vioolconcerten opus 3 dat in 1733 werd gepubliceerd onder de tiel L’Arte del violino en voegde daar 24 Capriccio’s voor soloviool aan toe. Eentje ad libitum voor elk snel deel als een soort cadens. Ze zijn in viooltechnisch opzicht enorm moeilijk met een snelle, gecompliceerde, soms stratosferische tessitura en later duidelijk een inspiratiebron voor Paganini. Maar deze caprices zijn een eigen leven gaan leiden. Wie ze eens alle wil horen, kan terecht bij Gabriel Tschalik (Evidence EVCD 002) en Igor Ruhadze (Brillant Classics 94774, 2 cd’s). 

Locatelli moet als jongere tijdgenoot van Händel en Vivaldi ongetwijfeld hebben behoord tot de grootste violisten uit zijn tijd en het is geen wonder dat Lisa Jacobs reeds op heel jeugdige leeftijd door hem gefascineerd is. Jammer dat Wells’ ‘tijdmachine’ nooit echt heeft bestaan, anders had ze de Nederlandse organist Jacob Wilhelm Lustig of de Engelse journalist William Burney die Locatelli hebben gehoord, kunnen raadplegen. Volgens hen speelde Locatelli zowel als een engel, maar ook als een duivel.

Lisa Jacobs en haar jonge, internationale en als regel twaalfkoppige begeleiding, bestaande uit Janneke van Prooijen, Saverio Gabrielli, Tessel Hersbach (eerste viool), Maria Kouznetsova, Emma Roijackers, Ivo Meinen (tweede viool), Katya Woloshyn, Maria Sofia Espiga Fonsecca (va),  Aleksandra Kaspera, Eilidh Martin, Antonis Pratsinakis (vc), Yussif Barakat (cb) en Jan van Grootheest (kl) maken een bruisend feest van het hier opgenomen drietal concerten.

De soliste voelt zich niet alleen op haar gemak in de momenten van violistisch vuurwerk, maar produceert ook aanlokkelijke, glanzende melodielijnen. 

Hoewel Locatelli een duidelijke melodische persoonlijkheid bezat, is deze minder uitgesproken dan bij tijdgenoten. Maar zijn inventiviteit bezit een grote ritmische vitaliteit die bij vlagen aan Vivaldi doet denken en dat aspect is goed onderkend door Lisa Jacobs. Zo verleent ze eveneens aan de langzame delen – altijd een largo – een inherente Händeliaanse bevalligheid.

Met een uitstekende, homogene, vitale en stijlvolle begeleiding krijgen we een mooi sluitend en stimulerend eindresultaat.

Met de evenwichtige opname met de soliste in het goede perspectief en een aangename ambiance van de Cunerakerk in Rhenen kan het resultaat heel geslaagd worden genoemd. Hopelijk is het succes van deze opname zo groot, dat de overige negen concertjes volgen. 

Lisa Jacobs schreef zelf de zeer lezenswaardige toelichting in het Nederlands, met Engelse vertaling.

Wie wil vergelijken heeft diverse andere opnamen – deels uit de echt ‘authentieke’ hoek - ter beschikking: van Mela Tenenbaum met de Philharmonia Virtuosi o.l.v. Richard Kapp (Brilliant Classsics 92608, 4 cd’s) uit 1995 en van Elisabeth Wallfisch, de Raglan baroque players o.l.v. Manfred Kraemer (Hyperion CDA 66721/3) in 1993. Er is ook een complete Locatelli met Igor Ruhadze en Ensemble violini caricciosi c.q. Musica ad Rhenum o.l.v. Jed Wentz. (Brilliant Classics 94358, op liefst 21 cd’s) met 20 u 45’ speelduur uit 1995/2014. Onbekender is Rodolfo Bonucci met het Santa Cecilia kamerorkest (Europa 350-203, 4 cd’s) 1989. Jaap van Zweden maakte in 1990 met het Combattimento Consort (Sony SK 45725) een opname, net als Giuliano Carmignola met het Barokorkest Venetië o.l.v. Andrea Marcon (Sony SK 89729) uit 2001

Maar laten we vooral dankbaar zijn voor deze verse geanimeerde en fijnzinnige Nederlandse inbreng.