Lehár: Giuditta. Christine Libor (s, Giuditta), Laura Scherwitzl (s., Anita), Nikolai Schikoff (t., Octavio), Ralf Simon (t., Pierrino), Mauro Peter (t., Sebastiano) e.a. met het koor van de Beierse omroep en het Münchens omroeporkest o.l.v. Ulf Schirmer. CPO 777.749-2 (2 cd’s, 2u. 22’38”). 2012

Het laatste theaterstuk dat Franz Lehár in 1934 in Wenen voor de Staatsopera schreef, was de operette Giuditta. Hij stond toen op het hoogtepunt van zijn roem en het betreft een ambitieus werk dat van de vertolkers veel eist; in het stevig bezette orkest komen we een mandoline en andere vrij esoterische instrumenten tegen.

Het verhaal is gebaseerd op een Carmenachtige situatie over de ontgoochelde vrouw van een herbergier die een soldaat dwingt te deserteren waarna ze hem gauw weer in de steek laat om haar heil te zoeken bij andere minnaars.

Het bekendste nummer uit het werk is de aria ‘Meine Lippen, sie küssen so leicht’ Deze wordt alle door Christine Libor temperamentvol gezongen.

De manlijke hoofdrol van Octavio werd geschreven voor Richard Tauber. Diens ‘Du bist meine Sonne’ en ‘Freunde, das Leben ist lebenswert’ uit 1935 zijn nog te horen op EMI 769.476-2. Maar ook Nikolai Schikoff weet daar veel van te maken.

Hoewel hij voor het operatheater schreef, bleef de componist trouw aan zijn formule om ook dansmuziek te schrijven voor gebruik tussen de gezongen nummers in. Hier valt die toe aan een komdiantenpaar Anita en Pierrino. Laura Scherwitzl en Ralf Simon kruipen behaaglijk in hun huid.

Geholpen door een op zangerigheid gerichte directie van Ulf Schirmer komt zo een heel attractieve verklanking tot stand.

Concurrerende opnamen bestaan van Boskovsky (EMI 565.378-2) op cd en van Bibl (ORF VLMD 010) op dvd, beide niet nader bekend.