CD Recensies

LEONCAVALLO: ZAZÁ

Leoncavallo: Zazà. Ermonela Jaho (Zazà), Riccardo Massi (Milio Dufresne ), Stephan Gärtner (Cascart), Patricia Bardon (Anaide), Kathryn Rudge (Natalia), en David Stout (Bussy), Nicky Spece (Courtois), Fflur Wyn (Floriana), Simon Thorpe (Duclou) e.a. met de BBC Singers en het BBC symfonie orkest o.l.v. Maurizio Benini. Opera Rara ORC 55 (2 u. 15’32”). 2015

 

Zelf vond Leoncavallo zijn in 1900 in Milaan voor het eerst uitgevoerde opera Zazá op een libretto van Simon naar Berton beter dan het werk waarop naar later bleek zijn reputatie vrijwel uitsluitend berust, I Pagliacci uit 1892. Zo kan het verkeren. Ook zijn La Bohème (1897, Latham König, Nuova Era 7300/1) werd vrijwel vergeten. 

Het onderwerp gaat over de hartelijke, uit de Franse provincie komende Zazá die in een Parijse music hall optreedt en die verliefd wordt op de zakenman Milio, maar niet weet dat deze al is getrouwd. Ze geeft hem pas op wanneer ze zijn dochter Toto ontmoet en beseft dat ze alleen maar onheil aanricht wanneer ze de relatie voortzet, net zoals haar jeugd is bedorven doordat haar vader het gezin in de steek liet.

Misschien dat het een paar vaagheden in de handeling zijn die het werk tenslotte wat ongeloofwaardig maakten. Zo blijft Milio een wat vage, nare figuur over wie we pas aan het eind van de opera wat meer ervaren. Ook is het vreemd dat Zazá niet meer maakt van haar vriendschap van de trouwe Cascart, haar partner op het toneel. Maar de muziek overwint al dergelijke bezwaren.

Zeker in deze pakkende uitvoering met Ermonela Jaho die als ware verismo zangeres alle emoties en psychologische ontwikkelingen van de titelrol weet te exploiteren. Stephen Gärtner doet als de haar steeds toegewijde Cascart nauwelijks voor haar onder en Riccardo Massi zorgt voor de nodige valse betovering is de rol van Milio die zijn grootste moment aan het begin van de vierde akte beleeft. Tot in de kleinste rollen wordt verder ook geweldig vocaal geacteerd en gezongen. Speciale lof verdienen Patricia Bardon als Anaide, de moeder van Zazá en Nicky Spence als de impresario Courtois.  

Maurizio Benini weet met veel vaart en verve het orkestaandeel pit en vaart te geven. 

Met Zazá’s ‘Mai più’ (nooit meer), de verzuchting aan het slot van de opera, waaraan ze gelukkig flirtend begonnen is, kan men het na zo’n geweldige vertolking van een toch wel heel effectieve opera roerend eens zijn. Deze vertolking maakt een nadere kennismaking met de onbekende opera de moeite waard. 

Er bestaan eerdere opnamen van deze opera, maar die zijn onbekend: Franco Ghione (Live Opera 03671) uit 1955, Alfredo Silipigni (Warner 5045-77799-2, Nuova Era 23167) uit 1969, Maurizio Arena (Gala GL 10073-2) uit 1977, Gianandrea Gavazzeni (House of opera, DVDCC 1526, Encore DVD 2103) uit 1995 en Silvano Fontalini (Bongiovanni GB 2289/90) uit 2000, maar in het licht van de geweldig goede nieuwe uitgave spelen deze verder nauwelijks een ro van betekenis meer.