Liszt: Études d’exécution transcendente S. 139 nr. 1-12. Kirill Gerstein. Myrios MYR 019 (64'19"). 2015
Liszt: Études d’exécution transcendente S. 139 nr. 1-12. Dinara Klinton. Genuin GEN 16409 (67’21”). 2015
Dat Liszt de grootste en invloedrijkste pianovirtuoos uit de negentiende eeuw was, lijkt wel vast te staan. Hij was vermaard om wat toen nog bovenmenselijke technische vaardigheden en flair betrof. Maar succes en roem op dit gebied bleken niet alles en al vroeg in zijn loopbaan had de componist het plan opgevat om zijn virtuoze gaven toe te passen op werken met een serieuzer, artistieker ondertoon.
De twaalf études d’exécution transcendente zijn de derde versie van werken die Liszt in 1826 op zestienjarige leeftijd had geschreven. Op twee na hebben al deze études poëtische namen. Om ze recht te doen, heeft Liszt zich niet beperkt tot het verkennen van een enkele technische moeilijkheid per étude.
De uitdaging van deze werken ligt dus meer op het expressieve vlak dan op het didactische, hoewel de gewenste expressie niet kan worden verwezenlijkt zonder heel groot en volledig technisch meesterschap. Al dat is nodig om voor zowel het ragfijne ‘Feux follets’ als de sprongetjes in ‘Mazeppa’, de tremolo’s van ‘Chasse-neige’ en de zware akkoorden van ‘Wilde Jagd’.
Feitelijk vormen deze études verplichte kost voor pianovirtuozen. Dat de een het er daarbij beter afbrengt dan de ander, is logisch. Tot op heden blonken vooral Boris Berman (Melodiya 74321-25180-2), helaas alleen in mono, György Cziffra (EMI 562.801-2) en Jevgeni Kissin (RCA 09026-68262-2) in deze materie uit.
Bij de dominante Oost-Europese pianisten voegt zich nu een nieuw tweetal nadat zowel Ovchinikov (EMI 749.821-2) en Berezovsky (Mirare MIR 099) enigszins teleurstelden. Er was nog wel een mooie versie van Arrau (Philips 456.339-2). Ook Jandó (Naxos 8.553119) en Ott (DG 477.836-2) vermochten maar deels te overtuigen.
Dat Kirill Gerstein een uitstekende Lisztvertolker is, bewees hij al in 2010 met zijn opname van de pianosonate op Myrios MYR 995. Hij zorgt net als Cziffra voor gespierde vertolkingen met een combinatie van brille en dieptewerking, zoals blijkt uit bijvoorbeeld zijn atletische ‘Mazeppa’ en zijn bedachtzame ‘Feux follets’. Hij beschikt over het vermogen om evocatieve muziek te maken van een stotvloed aan noten.
De 26-jarige Oekraïnse pianiste Dinara Klinton is na Sara Ott een van de eerste vrouwen die deze werken op hoog niveau speelt. In haar voordracht verenigt ze noblesse en welsprekendheid zonder een zekere duivelse frisson te vermijden waar dat nodig is. Ook zij is heel zelfverzekerd in ‘Mazeppa’ en sprankelend in ‘Feux follets’, twee belangrijke toetsstenen uit het geheel. Ook ‘Chasse-neige’ krijgt van beide pianisten enige dreiging mee.
Zo zijn twee inspirerende, energieke en expressieve verklankingen aan de bescheiden reeks mooisten toegevoegd met het bijkomend voordeel van een heel mooie geluidskwaliteit. Beluister beiden dus.