Liszt: Totentanz S. 126i; Mazeppa S. 594; Hunnenschlacht S. 645, S. 367; Les préludes S. 591. Chie Tsuyuki en Michael Rosenboom (p). Odradek ODRCD 329 (64’08”). 2016

Waar het Utrechtse Lisztconcours helpt om de muziek van Liszt locaal aan meer bekendheid te helpen, doet de muziekindustrie dat op veel groter schaal. Punt is natuurlijk dat er zo verschrikkelijk veel is van Liszt. Dat komt mede door het feit dat hij zoveel eigen en andermans werken arrangeerde.

Hier worden zijn symfonische gedichten aan de orde gesteld Les Préludes, Mazeppa en Hunnenschacht in eigen arrangementen van de componist, de parafrase over het ‘Dies irae’ uit Totentanz in een bewerking door het in Duitsland wonende duo. Die maken daarvoor om te sfeer te intensiveren gebruik van een prepared piano, zodat ook rammelende botjes, beierende klokken en hemelse harpen kunnen worden gesuggereerd als muzikaal verder ingekleurde vorm van Holbeins houtsnede.

In deze vorm zijn de onderhave werken vrijwel nooit te horen. Nu kan dat in uitvoeringen die naar de letter en de geest van de betreffende programma’s raak worden uitgevoerd. Wie de originelen wil horen, kan bij de Totentanz onder meer terecht bij Christian Zimmernn (DG 431.262-2) en voor de andere werken bij Kurt Masur (EMI 769.022-2).