Liszt: Grand duo concertant over Lafonts Le marin S. 128; La lugubre gondola S. 134; Uit Valses caprices d’après Schubert nr. 6 S. 427 (bew); Erlkönig S. 558/4; Ernst: Capriccio Erlkönig op. 26; Schubert: Variaties over Trockne Blumen op. post. 160, D. 802 (bew). Gidon Kremer en Oleg Maisenberg. DG 445.820-2 (57’17”). 1993
Gedurende zijn lange leven componeerde Liszt vooral pianowerken, orkestwerken, liederen en koorwerken, maar nauwelijks kamermuziek. Het eerste werk op deze cd, het Grand Duo concertant sur la Romance de M. Lafont ‘Le marin’ ontstond in 1835 en is gebaseerd op een stuk van de Franse violist Charles Philippe Lafont die erg bedreven was in dergelijke romances.
Een inleidende passage leidt tot het thema dat een op zichzelf niet erg markant andantino is. Daarop volgt een stel variaties, her eerste voor viool en het tweede vooral voor de piano met pizzicato begeleiding van de viool. De derde confronteert beiden met veeleisende bezigheden, eindigend in een cadens voor de viool. Een passend virtuoze tarantelle voert daarna tot een martiaal einde waarin geen concessies aan beide vertolkers worden gedaan.
Bij de overige werken gaat het eerst over bewerkingen van en eigen pianowerk, van Schubert en een bekend lied van Schubert. Een relevante liedbewerking van Ernst sluit hier mooi op aan en tot slot is een bewerking voor viool en piano van Schuberts Variaties over Trockne Blumen in plaats van voor fluit en piano best een aardige vondst.
Gidon Kremer en Oleg Maisenberg staan in voor puike interpretaties.