Liszt: Paganini études nr. 1-6 S. 141; Études d’exécution transcendente d’après Paganini nr. 1-6 (met alternatieve nrs. 4 en 5) S. 240; Carnaval de Vienne S. 700a. Wojciech Waleczek. Capriccio C 5276 (81’15”). 2016
“Wat een man, wat een viool, wat een kunstenaar! En zijn expressie, zijn manier van fraseren en tenslotte zijn ziel!” moet Franz Liszt naar aanleiding van Paganini’s 24 Caprices op. 1 hebben uitgeroepen in 1831.
Zijn bewerking van een zestal van die werken kan behalve als een diepe buiging voor Paganini worden beschouwd als een pianistisch equivalent. In de door Wojciech Waleczek gespeelde tweede versie uit 1851 blijkt dat overduidelijk en het mooie is dat ze hier direct kunnen worden vergeleken met de eerste versie uit 1838 die een dichtere textuur heeft en tot aan de grenzen gaat van wat pianotechnisch mogelijk is.
De Poolse pianist ontpopt zich net als bijvoorbeeld Daniil Trifonov (DG 479.5529) als een ware pianoleeuw, als Duivels pianist. Hij is niet alleen heel briljant, maar zijn spel is ook best fijnzinnig en helder naast alle blijken van virtuositeit. Hij is ook een onderzoekende pianist.