Lully: Te Deum LWV. 55; Miserere mei Deus LWV. 25; Plaude laetare Gallia. Isabelle Desrochers (s), Dominique Favat (ms), Richard Duguay (altus), Hervé Lamy (t) en Peter Harvey (bs) met Le concert spirituel o.l.v. Hervé Niquet. Naxos 8.554397 (58’26”). 1993
Lully: Quare fremuerunt LWV. 67; O lachrimae LWV. 26; Dies irae LWV. 64/1; De profundis LWV. 62. Le concert spirituel o.l.v. Hervé Niquet. Naxos. 8.554398 (64’44”). 1994
Lully: Exaudiat te Dominus LWV. 77/15; O dulcissime LWV. 77/9; Notus in judaea Deus LWV. 77; Laudate pueri Dominum LWV. 77/7; Benedictus LWV. 64/2. Isabellle Desrochers (s), Brigitte Vinson (a), Jean-Paul Fouchécourt (t), Stephan van Dyck (t) en Bernard Deletré (bs) met Le concert spirituel o.l.v. Hervé Niquet. Naxos 8.554399 (57’35”). 1994
De drie Naxos cd’s samen verschenen op Naxos 8.503229.
Tussen rond 1660 en 1687 schreef Lully zo’n dozijn Grand motets voor de Chapel royal van Lodewijk XIV bij wijze van geseculariseerd concert spirituel zonder diepere religieuze betekenis. Het zijn werken vol grandeur voor solisten, koor en orkest die minstens evenzeer ter ere van de vorst als van God zijn bedoeld. Waarschijnlijk was Lodewijk er best gelukkig mee.
Zoals we van Niquet gewend zijn, hebben zijn vertolkingen zijn deze heel energiek en vol vaart. De solisten hadden wat luider mogen worden opgenomen (stonden ze bij het koor achter het orkest?), maar verder klinkt het geheel opwindend en vol grandeur, echt koninklijk. Herreweghe maakte een gematigder klinkende opname van het Dies irae en Miserere (Harmonia Mundi HMC 90.1167), zoals Christie dat deed met elf motetten (Harmonia Mundi HMC 90.1274).