Lully: Dies irae LWV. 64; Te Deum LWV. 55. Allabastrina koor en consort o.l.v. Elena Sartori. Brilliant Classics 95592 (59’35”). 2016
Elena Sartori brengt Lully’s negendelige Dies irae en dertiendelige Te Deum bij elkaar. Dat Te deum is het werk dat fataal werd voor de componist. Het verhaal is bekend: tijdens een zelf gedirigeerde uitvoering in 1687 stampte hij met zijn dirigeerstaf zo hard op een voet, dat hij zichzelf verwondde en korte tijd later stierf aan bloedvergiftiging. Het uitbundige voorspel kennen we als de Eurovisie herkenningsmelodie.
Bij het Dies irae gaat het om de delen ’Tuba mirum’, ‘Liber scriptus’, ‘Quid sum miser’, ‘Rex tremendae’, ‘Recordare’. ‘Ingemisco’, ‘Confutatis’, ‘Lacrimosa’ en ‘Pie Jesu’, bij het Te Deum om 5 Sinfonia’s en ‘Te Deum laudamus’, Pleni sunt coeli et terra’, ‘Partem immensae majestatis’, ‘Te ergo quaesumus’, ‘Per singulos dies’, ‘Et laudamus’, ‘Dignare Domine, miserere’ en ‘In te Domine speravi’. Dirigente Elena Sartori heeft voordat deze geslaagde opname werd gemaakt nog wat restauratie arbeid aan de orkestpartijen moeten verrichten. De afwisseling van solisten en koor en de krachtige ritmische polsslag maken de sterkte uit van het Te Deum, waarvan Vincent Demestre (Alpha 952) een minstens zo goede vertolking gaf. Van het Dies irae werd eerder de bijzondere opname van Hervé Niquet (Naxos 8.554398) gerecenseerd.