CD Recensies

LIGETI: SIPPAL, DOBBAL, NÁDIHEGEDRÜVAL; CLOCKS AND CLOUDS; CELLOCONCERT; VIOOLCONCERT

Ligeti: Celloconcert; Clocks and clouds; Vioolconcert; Síppal. dobbal, nádihegedrüval (Met fluiten, trommels en vedels). Siegfried Palm (vc), Frank Peter Zimmermann (v). Katalin Karolyi (ms) met het ASKO/Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw, de Amandina slagwerkgroep en Cappella Amsterdam o.l.v. Daniël Reuss. Teldec 8573-87631-2 (67’15”). 2001

 

Tijdens het Ligeti festival in april 2018 werd onder andere diens Síppal. dobbal, nádihegedrüval (met fluiten, trommels en vedels) uitgevoerd. Aanleiding genoeg om nog even te herinneren aan de mooiste opname van dit werk uit 2000 dat tot de laatste van de componist behoort. De liederen zijn op afwisselend magische, geestige en verrassende teksten van Sándor Weöres.

Ligeti’s rijpe werken kunnen worden ingedeeld in twee periodes met het Hoorntrio uit 1983 als waterscheiding. Het gaat hier om de derde en laatste cd die Teldec nadat Sony een volledige reeks opnamen had gestaakt, in de complete Ligetiserie uitbracht. Deze bevat composities uit beide periodes en steeds gaat het om bijzonder oorspronkelijke concepties.

Het Celloconcert uit 1966 met zijn klankgolven wordt prachtig virtuoos en rijk genuanceerd gespeeld door Siegfried Palm, voor wie het werd geschreven. In het werk komt aan het begin de haast niet te realiseren aanwijzing pppppppp voor. Ook de opnamen die Miklós Perényi (BMC 162), Christian Poltéra (BS SACD 2209) en Jean-Guihen Queyras (DG 439.808-2) zijn god, maar specialist Palm lijkt toch een streepje voor te hebben.

Nog meer allure heeft het Vioolconcert uit 1992 dat tot Ligeti’s beste werken behoort en prachtig wordt vertolkt door Frank Peter Zimmermann die daarmee meteen aantoont hoe goed de componist gedurende zijn hele loopbaan werken componeerde die met de droom van de traditie meegingen juist door daar tegenin te gaan. Er is wel gezegd dat het werk Ligeti’s belangstelling voor Shakespeare’s The Tempest weerspiegelt. Alleen Patricia Kopatchinskaya (Naïve V 5285) zorgde voor een vergelijkbaar goede opname.

In Clocks and Clouds (1973) worden twaalf vrouwenstemmen verweven met door blazers overheerste orkestpartijen op een manier die getuigt van zijn fascinatie voor mechanische processen en voor ronddrijvende klanknevels.

De componist noemde Weöres ‘een unieke virtuoos in de Hongaarse taal wiens talloze wijze en speelse gedichten ik graag gebruik’. Hier gebruikt hij er daarvan zeven in een curieus mengsel van moeilijk te vertalen natuur-, filosofische- en kinderonzin teksten, gezongen door een mezzo (de passend in haar eigen taal zingende Katalin Karolyi) en begeleid door vier slagwerkers.

 

Het geheel vormt gezien het uniform hoge peil der uitvoeringen een fijn Ligeti document.