Liszt: Bagatelle ohne Tonart S. 216a ‘Mephistowals’; Wiegenlied S. 198; Mefistowals nr. 4a S. 216b; La lugubre gondola nr. 2 S. 200/2; Schlaflos, Frage und Antwort S. 203i; Nocturne ‘En Rêve’ S. 207; Années de pèlerinage, derde jaar S. 163, Cédric Tiberghien. Hyperion CDA 68202 (80’15”). 2017
De steeds veelzijdiger blijkende Franse pianist Cédric Tibergien speelt langzamerhand een breed repertoire dat reikt van Bach tot Boulez. Hier waagt hij zich aan de late Liszt wat betekent dat we geen hemelbestormend hoogromantische virtuoze stukken te horen krijgen, maar eerder bedachtzame, verinnerlijkte, de meeste uit de jaren 1870.
Zeker in de zeven stukken die samen de band met het derde jaar Années de pèlerinage vullen, klinken contemplatief en stilistisch gezien wordt vooruitgeblikt op Debussy en Ravel. Heel duidelijk in ‘Les jeux d’eau à la Villa d’Este’. Het gaat om miniatuur symfonische gedichten die de pianist met een kleurig pallet schildert en geconcentreerd een grote muzikale waarde meegeeft.
Eerder was hij even overtuigend in de later ontstane stukken. De simpel lijkende Bagatelle sans tonalité, de ongemakkelijke nocturne Schlaflos, Frage und Antwort, de van Tristan symboliek vervulde Lugubre gondola en de onvoltooide vierde Mefistowals.Het is muziek die steeds geheimzinniger en raadselachtiger wordt, maar de pianist maakt er prachtige miniaturen van, ook al roepen ze meer vragen dan antwoorden op. Tevreden kan worden gezegd dat hier van een heel geslaagd recital sprake is.