Leonarda: Magnificat; Sonates voor instrumenten op. 16/3, op. 16/9, op. 16/12; Ave suavis dilectio; Litanie della B.V.M; Salve regina; Beatus vir. Loredana Bacchetta (s), Caterina Calvi (a), Gianluca Ferrarini (t) en Luca Ferracin (bs) met de Gruppo vocale musica laudentes en de Cappella strumentale del duomo di Novarra Paolo Monticelli o.l.v. Paolo Monticelli. Opus 111 OPS 30-206 (70’54”). 1997
Isabella Leonarda (1620 - 1704) kwam uit een gezin van notabelen in Novarra en genoot haar opleiding in het Collegio di Sant’Orsola, een Ursulinenklooster waar ze later moederoverste werd.
Opvallend voor een Italiaanse vrouw uit die tijd ontpopte ze zich als begaafde componiste die in ongeveer zestig jaar bijna tweehonderd werken schreef, te beginnen met Dialogen en eindigend met Motetten. Ze schijnt wel pas vrij laat in haar leven te zijn begonnen met componeren.
Het valt op dat ze behalve vocale werken ook instrumentale schreef, zoals twee van de twaalf Sonates voor twee violen en orgel. Alles steeds opgedragen aan de maagd Maria.
Haar huidige stadgenoten bewijzen haar met dit programma alle eer en laten horen dat ze een bescheiden navolgster is van Hildegard von Bingen.