Lanzetti: Sonates voor cello en b.c. op. 1 nr. 5/12, op. 5 nr. 1/6, voor 2 celli en b.c. op. 2 nr. 1/6; Soli naar een eenvoudige en elegante smaak nr. 1/6. Francesco Galligioni met L’Arte dell’arco. Briliant Classics 95525 (5 cd’s, 4u. 51’13”). 2016
Lanzetti: Sonates voor cello en b.c. op. 1 nr. 7, 8, 9, 10, 11, 12. Gaetano Nasillo (vc), Andrea Narchiol (kl) en Sara Bennici (vc). Zig-Zag Territoires ZZT 4100-2 (76’03”). 2004
Lanzetti: Sonates voor cello en b.c. op. 1 nr. 1, 2, 5, 6, 9 en 11. Agnieszka Oszanca (vc), Fabio Bonizzzoni (kl), Maria Misiarz (vc) en Gabriela Palomba (theorbe). Challenge CC 72794 (68’55”). 2018
‘Waarom zou ik iets voor viool schrijven als er een cello is?’, vroeg Rachmaninov zich af en schreef wel een Cellosonate op. 19, maar geen Vioolsonate. De eerste celli dateren uit het midden van de zestiende eeuw als burgerlijk broertje van de adelijke viola da gamba. Het waren Italiaanse componisten als Cervetto, D. Gabrieli, Porpora, Geminiani, Platti, Cirri, Boccherini en Lanzetti die hielpen om met hun composities en hun spel het instrument ook buiten Italië populair te maken eind zeventiende en in de achttiende eeuw.
De Italiaanse componist en cellist Salvatore Lanzetti (1710 - 1780) die van 1739 tot 1754 in Engeland verbleef, waar hij zijn instrument populair maakte, werd tenslotte lid van het koninklijk orkest van Turijn.
Hij schreef een overzichtelijk aantal werken: de in 1750 in Parijs uitgegeven 12 Sonate a violoncello solo e basso continuo op. 1, de in 1754 in Londen uitgegeven 6 Soli voor 2 celli of fluit en b.c. op. 2 en de ongedateerde, in Parijs uitgegeven 6 Sonate a violoncello e basso op. 5. Van een op. 4 is niets bekend mogelijk bestaat dat nog in manuscriptvorm. Wel is er nog de cellomethode Principes de l’application du violoncello par tous les tons die in 1779 in Amsterdam verscheen.
Op Brilliant Classics verscheen als zo vaak de omvangrijkste bijdrage aan Lanzettis werk in heel aanvaardbare, stijlvolle verklankingen van Francesco Galligioni met Giuseppe Barutti (vc), Paolo Zuccheri (v), Ivano Zaneghi (aartsluit, barokgitaar) en Roberto Loreggian (kl, kamerorgel). Een bescheidener, ook wat minder overtuigende bijdrage is er van Gaetano Nasillo en in april 2019 verscheen een verse bijzonder geslaagde opname van de Poolse barokcelliste Agnieszka Oszanca die zich met de ideale begeleidingsinstrumenten en hun heel capabele bespelers over een deel van op. 1 ontfermt. Haar bijdrage wordt aangekondigd als deel I, dus op z’n minst is de rest van op. 1 nog te verwachten en hopelijk meer. Het begin is veelbelovend.