CD Recensies

LISZT: DON SANCHE OF HET KASTEEL DER LIEFDE

Liszt: Don Sanche of het kasteel der liefde S. 1, LW. 01. Gérard Garino (t., Don Sanche), Julia Hamari (ms., Elzire) István Gáti (b., Alidor), Katalin Farkas (s., page), Ildiko Komlosi (ms., Zélis), Mária Zádori (s.. een dame) en Gábor Kállay (t., een ridder) met het Hongaars Staatsorkest en Omroepkoor o.l.v. Tamás Pál. Hungaroton HCD 12744/5-2 (2 cd’s, 1u., 30’00”). 1986 

Het was verrassend om te ervaren dat het latere pianogenie en de schrijver van een stel symfonische gedichten, een groot aantal liederen ook opera’s componeerde. Het dichts daar in de buurt leek hij allee te komen met Via cruxis voor solisten, koor en orgel uit 1878.

Toch was het allereerste werk dat hij als twaalfjarige in 1825 componeerde uitgerekend de opera Don Sanche of het kasteel der liefde op een libretto van Théaulon en De Rancé naar een verhaal van Jean-Pierre Claris de Florian.

Vlak voor zijn veertiende verjaardag ging het werk in Parijs in première en oogstte een stormachtig succes. De hoofdrolspeler droeg hem na afloop op het podium om daarvan extra te genieten, maar de critici waren een stuk terughoudender. Wel beleefde het werk vier opvoeringen.

Het manuscript van de opera ging verloren en op zijn zeventigste zij Liszt dat hij hoopt dat het ook nooit zou worden teruggevonden, want ‘het was niets en het werd niets’. 

Maar o wonder, in 1903 dook de partituur weer op in Parijs zodat het werk zeventig jaar later nog een keer aan bod kwam. Zonder veel succes, dus in dat opzicht kreeg de componist gelijk. Toch heeft deze opera meer dan curiositeitswaarde en het is goed dat er tenminste één opname van bestaat. Gelukkig is die ook de moeite waard.

Dit was niet meteen ook het einde van het hoofdstuk over Liszt als operacomponist, want in 1849 begin hij aan een tweede, gebaseerd op de Assyrische tragedie Sardanapalus van Byron. De enige opname daarvan is elders in deze rubriek besproken.