Liszt: La vallée d’Obermann S. 723a; Orphée nr. 3, S. 98; Tristia S. 723c; La vallée d’Obermann S. 723b; Hongaarse rapsodie nr. 9 ‘Pester Karnaval S. 244/9; Chopin: Pianotrio in g op. 8. Leslie Howard (p), Deborah Fox (v) en William Howard (vc). United 88038 (77’05”). 1993
Op latere leeftijd waren er eigen composities die Liszt niet graag meer wide horen. Ze riepen pijnlijke herinneringen op. Tot de werken die hij liever wilde vergeten, behoort La vallée d’Obermann. Toch was hij tot tranen geroerd toen hij het acht maanden voor zijn dood een leerling vroeg om het voor hem te spelen.
Vijf jaar eerder had hij de laatste hand gelegd aan Tristia, een bewerking van dat stuk voor pianotrio. Dat behoort tot zijn zeldzame kamermuziekwerken. Daarvoor ging hij aan de haal met de noten en kleurde niet alleen enthousiast binnen de lijnen, maar veranderde hij als dat zo uitkwam ook de tekening.
Het werk begint met een langzame inleiding die niet in het origineel voorkomt. Met enige stemmige akkoorden trast het trio de stilte af en daarna speelt de cello een solo die als vanzelf in de eerste maat van Vallée d’Obermann valt.
Even beperkt Liszt zich dan tot nadere inkleuring. De cello krijgt de basmelodie toebedeeld, de piano behoudt de zijn begeleidende akkoorden in de rechterhand. Maar halverwege deze melodie geeft hij de cello wat extra tonen die weer niet in het origineel te vinden zijn. Een doorsnee bewerker zou zich daar nooit aan wagen.
Maar dat is precies hoe Liszt te werk gaat. Hij verzint dan wat nieuws, voegt extra noten, imiterende tegenstemmen, nieuwe overgangen toe. Dubbele octaven worden tot een minimum beperkt.
Het werk bestaat in drie versies die hier alle zijn opgenomen. Het origineel van de componist, een bewerking van zijn student Eduard Lassen en een nieuwe bewerking daarvan door Liszt.
Het symfonisch gedicht Orphée klinkt in de door de componist toegestane bewerking van Saint-Saëns. Van de Hongaarse rapsodie nr. 9 bestaan liefst vijf bewerkingen, waarvan verder weinig bekend is; het manuscript is ongedateerd.
Tenslotte worden we thuisgebracht met het vertrouwde Pianotrio van Chopin, hier uitgevoerd in een bewerking van Mily Balakirev.
De diverse Engelse interpretaties zijn zo goed (Leslie Howard is een ware Liszt expert) dat ze een warm onthaal verdienen.