Lalo: Namouna. Monte Carlo filharmonisch orkest o.l.v. David Robertson. Vallois V 4677 (56’03”). 1992
Erg populair is het ballet Namouna van Édouard Lalo (1823 - 1892) uit 1882 op een libretto van Charles Nuitter en Marius Petipa nooit geworden. Debussy moet er veel waardering voor hebben gehad. De handeling speelt op Corfu gaat over een slavenmeisje dat tot verpozing dient van een stel welvarende playboys maar dat tenslotte een heel eigen persoonlijkheid en een sterk karakter krijgt.
Alleen de charmante ‘Valse de la cigarette’ waarin Namouna een sigaret voor haar minnaar van het moment draait kreeg in de Suites uit het werk de nodige bekendheid. Lalo gebruikte in dit werk wat Marokkaanse melodieën die hij tijdens de Wereldtentoonstelling in in 1878 in Parijs had gehoord.
Een complete opname van Namouna lijkt nog niet te bestaan, maar David Robertson verzamelde er 16 dansen uit van de beide suites, aangevuld met een allegro vivace, tambourin, la gitane en bacchanale.
Het leidde tot een gevoelige, mooi gepolijste uitvoering die warm en kleurig klinkt en in een goede ambiance is vastgelegd. Behalve die ‘Valse de la cigarette’ behoort ook ‘La siesta’ tot de hoogtepunten. De ‘Prélude’ blijkt veel weg te hebben van het voorspel tot Wagners Rheingold.