Landi: La morte d’Orfeo. Juan Francisco Gatell (t., Orfeo), Cecilia Molinari (ms., Euridice, Teti, Nisa., Lancastro), Renato Dolcini (b., Fato, Fileon), Alexander Miminoshvili (b., Ebro, Giove), Gaia Petrone (ms., Aurora, Fosf oro) e.a. met Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Naxon 2.110661 (dvd., 1u., 51’). 2018
Heel wat operaliefhebbers zullen herinneringen hebben aan de opvoering van Landi’s opera La morte d’Orfeo in de regie van Pierre Audi in maart 2018 in het Amsterdamse Muziekgebouw aan ‘IJ. Welnu hier is de toen gemaakte video-opname die toen is gemaakt om die herinnering te bestendigen.
Stefano Landi (ca. 1586 -1639) was destijds een invloedrijke operacomponist die veel deed aan de verdere ontwikkeling van het genre na Monteverdi uit de overgangstijd van de Florentijnse opera naar de Romeinse. Deze opera begint waar Monteverdi’s Orfeo eindigt en laat ons de verdere avonturen van Orfeus in de onderwereld meebeleven. Verslagen door de houding van Eurydice die hem niet meer herkent en hem zelfs uitlacht, wordt hij ook uitgelachen door Charon en eindigt hij als een zwervende ziel die tenslotte, nadat hij door de Maenaden in stukken is gereten, reïncarneert als ster aan de hemel. Landi slaagde er redelijk in om deze Griekse tragedie tot een tijdeloos muziekdrama te maken in 1619.
Het gestileerde chiaroscuro van de enscenering fonkelde, de choreografie van de zangers verried de meesterhand, de spiegeling van openings- en slotscène was vernuftig. Eurydices afwezigheid was van meet af aan zichtbaar, als een bloeiende boom die omgekeerd boven het toneel hing.
Dat deze opvoering toch geen groot succes was, lag deels aan het wisselvallige libretto dat waarschijnlijk van de componist zelf is, maar dat werd geïnspireerd door La favola d’Orfeo van Angelo Poliziano uit 1484. Maar ook deels aan het niet te sterke muziektheatrale instinct van de componist, hoewel zijn muziek prachtig is.
De vele rollen, vertolkt door tien solisten, missen te vaak een duidelijk profiel. Die solisten zongen ook de koren en hoewel de cast goed was, ontbrak de pure korale pracht. Christophe Rousset liet Les Talens Lyriques spelen in Landi’s oorspronkelijke, vrij kale bezetting – lovenswaardig authentiek, maar de totaalklank boette wel enigszins in aan frisheid.
Het is dus geen ideaal materiaal voor deze dvd gebleken, maar het is wel erg goed dat die er is.
Verder kunnen we gelukkig wat deze opera betreft beschikken over de cd opname van Françoise Lasserre (ZigZag territoires ZZT o7040-2).