Lim: The heart’s ear. Voodoo child; Veil; Inguz; The heart’s ear; Philtre; Diabolical birds. Ensemble für neue Musik, Zürich. Hat Art 148 (52’43”). 2000
Lim: The compass; Pearl; Ochre; Hair string. Jeremias Schwarzer (fl), Carin Levine (fl), William Barton (didgeridoo) met het SWR Omroeporkest o.l.v. Rupert Huber, Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Lothar Zagrosek/ Hat Art HATN 185 (59’06”). 2012
Lim: Extinction events and Dawn chorus. Sophie Schafleitner (v), Lorelei Dowling (fag) met Klangforum Wien o.l.v. Stefan Asbury c.q. Peter Rudel. Kairos KAI 140220 (62’35”). 2019
De Australische componiste van Chinese afkomst Liza Lim (1966) viel voor het eerst op met haar opera’s The Oresteia (1993), Moon spirit feasting (1999) en The navigator (2008), maar studeerde ook bij Ton de Leeuw in Amsterdam, werkte ook samen met jazzpianist Uri Cane en zanger Omar Ebrahim. De laatste jaren is ze zich meer gaan toeleggen op orkestwerken en kamermuziek. Dit om niet alleen haar veelzijdigheid te tonen, maar ook haar zorg over de moderne problemen van milieuvervuiling en klimaatverandering.
Haar The heart’s ear is een poëtisch lyrische uiting over een Sufi melodie ‘als vogelzang die al binnen het ei begint’. In het hele programma van de eerste cd integreert ze oude Australische instrumenten met moderne Westerse in muziek die soms vrij ruw aandoet en gebruik maakt van microtonaliteit en verwijst naar free jazz. Het Ensemble für neue Musik, Zürich bestaat uit Urs Bumbacher (v), Samual Brunner (vc), Hanspeter Frehner (fl) en Hansruedi Bissegger (kl). Ze doen hun uiterste best om deze werken - die een meer Australische achtergrond hebben, perfect weer te geven.
Op de tweede cd gaat het om de orkestwerken The compass uit 2006 en Pearl, Ochre, Hair String en The guest (2010). Een soort crossover muziek waaraan een didgeridoo solo van Bartons Kalkadoon voorouders te pas komt. Van de overige composities ontstonden Pearl en Ochre na een reis van de componiste door het N. Australische Kimberley en is The guest gebaseerd op een Sufitekst. Maar de muziek klinkt allerminst alleen maar anekdotisch, doch soms wel complex, sensueel en rustgevend (de blokfluit uit The guest, omgeven door een subtiele textuur).
Extinction events heeft de delen ‘Anthropogenic debris’, ’Retrograde inversion’, ‘Autocorrect’ en ’Transmission’. Het gaat om de snel toenemende hoeveelheid plastic afval in de oceanen. Er wordt gezegd dat ze als zo wordt doorgegaan in 2050 meer plastic dan vis zal bevatten.
Meteen het eerste deel van dit werk ‘Anthropogenic debris’ bevat hyperbolische glissandi, plotselinge wendingen in het register, krabben en schuren, elliptisch meanderende motieven, klakken met de tong, wanhoopskreten van vogels die zullen uitsterven, hese openingsmaten, knallen en bonzen, wenden en keren – de luisteraar waant zich verstrikt in het inferno van de voortrazende gyren.
En het laatste deel, Dawn chorus, is een verwijzing naar de realiteit: de geluiden van vissen die tussen de koraalriffen reageren op het lichtspel van een zonsopgang. Klikkende en raspende geluiden, mompelende, toeterende en dreunende motieven wisselen af met de contrafagot die extreem lage tonen produceert. Ook wordt gebruik gemaakt van de Waldteufel (rommelpot) die het geluid van een krakende deur imiteert en Windwands, houten ratelaars die het geloei van wind nabootsen.
Bij het dozijn musici van Klangforum Wien gaat het om 4 houtblazers, 3 koperblazers, 3 strijkers (waaronder violiste Sophie Schafleitner) plus piano en slagwerk. Zij creëren samen een sfeer van verlangen, maar weten ook dat de catastrofe elke maat dichterbij komt.
Sommige passages zijn voor het menselijke oor nauwelijks waarneembaar. Lim heeft daar een bedoeling mee. Zij wil duidelijk maken dat wij luisteren naar muziek die wij niet kennen, laat staan begrijpen en dat wij een toekomst tegemoet gaan die misschien niet voor ons is bedoeld. Dankzij Liza Lim en haar vaak de Aziatische rituele cultuur weerspiegelende muziek spreekt de natuur ons rechtstreeks aan. Dat is even wennen.