Leschetizky: Morceaux pour piano. Pianostukken op. 38 nr. 1 en 2 en op. 47 nr. 1 en 2; Morceaux op. 36 nr. 1-4 en op. 43 nr. 1 en 2; Pastels op. 44 nr. 1-4. Tobias Bigger. BIS SACD 2518 (58’52”). 2019
De Poolse pianist, pedagoog en componist Theodor Leschetizky (1830 - 1915) had als levensmotto ‘Geen leven zonder kunsten geen kunst zonder leven’. Hij studeer de o.m. bij Czerny in Wenen, werd later hoofdleraar in St. Petersburg en stichtte later in Wenen een eigen pianoschool waar hij zijn eigen methode doceerde. Tijdens zijn vele concertreizen bezocht hij ook Nederland. Als befaamd pianopedagoog leidde hij onder anderen Ignaz Paderewsky, Alexander Brailowsky, Elly Ney en Arthur Schnabel.
De Duitse pianist en jurist Tobias Bigger speelt bij voorkeur werken van minder bekende componisten en heeft aan Leschetizky een dankbaar object. HIj ging daarin verder dan menige andere pianist door ook klankregisseur en producer te zijn. Hij koos voor dit doel een mooie Bösendorfer uit en speelt niet hap-snap wat andantes, arabesken, een barcarolle, berceuse, fantasie of impromptu (daarvan bestaan andere opnamen), maar doelgericht volledige opusnummers, waarin we een menuet en mazurka (op. 38), in op. 36 aan Anton Rubinstein, Hans von Bülow en Adolf von Hanselt opgedragen stukken en in op. 43 een serenata voor Mark Hambourg aantreffen. De Morceaux uit 1897 waren bestemd voor Moritz Rosenthal en de Pianostukken op. 47 voor Marie Rosborska, de vierde vrouw en later weduwe van de componist.
Interessant, nauwelijks eerder opgenomen materiaal, vriendelijk vertolkt door Bigger die wel de de dynamische contrasten wat steviger had mogen aanbrengen om deze muziek uit de salonsfeer te halen.