CD Recensies

LECOCQ: FILLE DE MADAME ANGOT, LA

Lecocq: La fille de madame Angot. Anne-Catherine Gillet (s., Clairette), Véronique Gens (s., Mademoiselle Lange), Mathias Vidal (b., Ange Pitou), Matthieu Lécroart (t., Larivaudière). Artavazd Sargsyan (t., Pomponnet), David Witcak (spr., Ongelovige, officier, cadet), Flannan Obé (spr. Trénitz, Guillaume, Buteux) e.a. met het Parijs’ Kamerorkest en het Choeur du Concert spirituel o.l.v. Sébastien Rouland. Bru Zane BZ 1046 (2 cd’s, 1u. 50’12”). 2021
 
Nadat Offenbach in Parijs was begonnen het komische opera ’s met gesproken dialogen te componeren, te beginnen met Fra Diavolo. Heel toegankelijk, maar met weinig succes, volgde Charles Lecoq (1832 - 1918) hem in 1872 met zijn opéra-comique (of operette) La fille de madame Angot. Dat werk wel wel populair, ook buiten Frankrijk.
Lecocq werd geboren in een armelijk gezin in Parijs, maar had een onverzadigbare honger naar het theaterleven. Hij studeerde in Parijs bij Auber en was een tijdgenoot van Bizet en Saint-Saëns.
In een door Offenbach uitgeschreven operetteconcours uit 1856 deelde met Bizet de eerste prijs voor hun operette Le docteur Miracle - hoewel hij dat juist wilde vermijden - in de trant van Offenbach, maar minder monotoon georkestreerd, en ook inventiever. Lecocq was een heel goede melodist. 
De handeling was een in Frankrijk bekend gegeven. Die gaat over een marktmeisje dat wordt geadopteerd en een heel goede opvoeding krijgt. Het libretto concentreert zich jaren later op haar charmante dochter Clairette en speelt in de jaren 1790, kort na de revolutie ten tijde van het Directoire. Na een fijne ouverture begint het werk in Les Halles met de ene bekoorlijke melodie na de andere.
We horen Pomponnet met ‘Aujourd’hui, prenons bien garde’ over zijn aanstaande huwelijk, het verhaal van mad. Angot ‘Marchande de marée’, Pitou’s overpeinzende ‘Certainement, j’amais Clairette’ en het memorabele ‘Chanson politique’.
De tweede akte heeft veel van een Verdi pastiche met een koor van samenzweerders ‘Quand on conspire’ en een aardige wals ’Tournez, tournez’. De derde akte bevat een onontkoombaar ballet en het treffende Couplets ‘Vous aviez de la dépense’. Tot besluit wordt een stel melodieën opnieuw bezocht en volgt een energieke finale.
Gelukkig treden voor de uitvoering solisten koor en orkest aan die vertrouwd zijn met de luchtiger soort operakost en die daarnaar vocaal handelen. Ook de spreekrollen zijn naar behoren bezet en Sébastien Rouland ondersteunt het geheel vanuit de orkestbak met veel geanimeerde zwier.
Goed dat er eindelijk een behoorlijke opvolging is van de oude opname van Jean Doussard uit 1973 (Warner 72435.7408228).