CD Recensies

LECLAIR: VIOOLSONATES (SELECTIE), PANTIER

Leclair: Vioolsonates in g op. 2/12, Bes op. 5/4, C op. 5/10,, G op. 5/12, a op. 9/5. David Pantier met Les plaisirs du Parnasse. Ricercar RIC 431 (76’51”). 2021
 
Toen in 1723 de eerste reeks Vioolsonates op. 1 van Jean-Marie Leclair (1697 - 1764) werd gepubliceerd, verschenen ze al snel in herdruk, zo snel werden ze populair. Leclair studeerde in Turijn en daarom volgde hij op een paar uitzonderingen na (op. 1 nr. 4 en 5) de vierdelige Sonata da chiesa vorm van Corelli.
Leclair grossierde in Vioolsonates; zijn op. 1, 2, 5, en 9 bevatten er elk twaalf, op. 3 heeft er zes en er is een nakomertje op. 15. Barokviolist Adrian Butterfield nam vele daarvan op, samen met gambiste Alison McGillavry en klavecinist Laurence Cummings (Naxos 8.570888, 8.572866, 8.572867, 8.570889, 8.570890).
De Franse violist David Plantier, die zich eerder een vurige pleitbezorger van Tartini toonde, engageert zich hier met Annabelle Luis (vc), Violaine Cochard (kl) en Ludovic Coutineau (cb) met de ‘Franse Corelli’ voor een aardige dwarsdoorsnede van deze werken.  
Er wordt door het viertal met veel ambities en royaal stijlbesef gemusiceerd en de uitvoeringen zijn van hoge kwaliteit. Ik heb er zonder kritiek met veel genoegen naar geluisterd.