CD Recensies

LAJTHA: STRIJKKWARTETTEN NR. 1-10

Lajtha: Strijkkwartetten nr. 1 ‘Dubbelfuga en rondo’László op. 5, 3 ‘Játékország’ op. 11, 4 op. 12. Auer kwartet. Hungaroton HCD 32542 (62’15”). 2007
 
Lajtha: Strijkkwartetten nr. 2 op. 7, Pianokwintet op. 4 ‘Dramma per musica’. Anna Granik (p) met het Auer kwartet. Hungaroton HCD 32545 (65’01”). 2010
 
Lajtha: Strijkkwartetten nr. 5 ‘5 Études’ op. 20, 7 op. 49 en 9 op. 57. Auer kwartet. Hungaroton HCD 32543 (67’39»). 2007
 
Lajtha: Strijkkwartetten nr. 6 ‘4 Études’ op. 36, 8 op. 53 en 10 op. 58 ‘Transsylvanische suite’. Auer kwartet. Hungaroton HCD 32544 (71’33”). 2009
 
Als collega van Kodály en Bartok had de Hongaarse componist László Lajtha (1892 – 1963) de pech dat hij minder aandacht kreeg en na zijn dood behalve in eigen land snel werd vergeten. Daar waren redenen voor. Zijn muziek werd door het communistische regime onderdrukt nadat hij de Hongaarse opstand in 1956 ondersteunde, ook zijn paspoort werd hem gedurende veertien jaar afgenomen en pas de laatste jaren keerde de belangstelling voor zijn werk terug.
Lajtha schreef zijn tien Strijkkwartetten tussen 1923 en 1953. Ze mogen dan wel niet de status en het kaliber hebben van de zes Strijkkwartetten van Bartók, maar bij nadere kennismaking blijken ze best de moeite waard omdat Lajtha een mooi, door Hongaarse volksmuziek versterkt eigen stem laat horen.
Het eveneens Hongaarse Auer Strijkkwartet won in 1997 het Londense internationale strijkkwartet concours en blijkt het idale medium om dit tiental kwartetten met stoere intensiteit en liefdevol gekoesterde lyriek voor te dragen. Al er een moment is om een dans te beginnen, wordt dat dankbaar, maar ongekunsteld aangegrepen.