Liszt: Faustsymfonie S. 108. Hans Peter Blochwitz (tenor), het Hongaars omroepkoor en het Boedapest festival orkest o.l.v. Iván Fischer. Philips 454.460-2 (73’45”). 1996

Eigenlijk alles klopt in deze realisatie van het werk. Met name het stormachtige karakter van Faust wordt mooi aan het licht gebracht. Het eerste deel heeft veel vaart en verve, is ook fraai afgewerkt en wordt met veel gusto voorgedragen. Gretchen is heel aantrekkelijk uitgebeeld en Fischer geeft alle ruimte aan haar duisterder trekken en de passages die in verband staan met Fausts verlangen. Mefisto is zowel boosaardig als ironico. Bovendien stelt Fischer ons in staat om als track 4 Liszts eerste (zuiver orkestrale) slot te horen dat Wagner zo bewonderde en daarna nog als track 5 het ‘Chorus mysticus’ op tekst van Goethe. Blochwitz zingt fraai, net als het omroepkoor. De klank van deze opname bezit alle nodige ‘body’.

De conclusie ligt nogal voor de hand: Fischers Faustsymfonie verdient een eerste plaats omdat hij spontaner is dan die van Rattle (EMI 555.220-2), soepeler dan die van Bernstein (DG 447.449-2) en scherper gedefinieerd dan die van Sinopoli (DG 449.137-2).