CD Recensies

LISZT: HONGAARSE RAPSODIEEN NR. 1-6, FISCHER

Liszt: Hongaarse rapsodieën nr. 1-6 S. 359. Boedapest festival orkest o.l.v. Iván Fischer. Philips 456.570-2 (59’47”). 1997

 

Heel wat van de muziek van Liszt draagt het stempel van zijn Hongaarse afkomst en van al zijn quasi zigeunercomposities zijn de negentien Hongaarse rapsodieën het populairst en getuigen ze van de meeste inventiviteit. De ritmen en melodieën hebben iets aanstekelijks en de herinneringen aan het zigeunerorkest met inbreng van soloviool, klarinet, cimbalom en strijkers is aantrekkelijk.

Zo horen we bij Fischer in de derde rapsodie de zigeunerviolist Lendvay en duikt in de zesde in plaats van een cimbalom een piano op. Nummer twee heeft een uitgesproken affiniteit met Tom en Jerry. Gelukkig houdt de dirigent deze muziek niet in een strak keurslijf, maar laat hij veel ruimte voor rubato en schmaltz. Aan muzikale peper en paprika als belangrijke bijbehorende kruiden ontbreekt het ook niet. Kortom: betere uitvoeringen van de orkestversies van deze werken zijn er eigenlijk niet. Jammer eigenlijk dat Fischer niet ook meteen het resterende twaalftal kon opnemen.