Liszt: 6 Grandes études de Paganini S. 141; 3 Marsen van Schubert S. 426. Marc-André Hamelin. Hyperion CDA 67370 (57’51”). 2002

De net geen vijf minuten vergende zesde Paganini-étude van Liszt, ‘Thema en variaties over de bekende Caprice nr. 24 die onder andere ook Brahms, Rachmaninov, Lutoslawski en Blacher als uitgangspunt voor hun variatiewerken werd gekozen, imponeert een stuk minder in vergelijking met het werk van zijn opvolgers, maar is natuurlijk op zichzelf beschouwd een virtuoos wonderwerk.

Een beter pleidooi voor deze muziek op cd is nauwelijks overtuigender en beter gehouden dan hier door Hamelin die met vanzelfsprekende virtuositeit en heel briljant ook tot de diepere en juist heel melodieuze lagen van deze muziek doordringt en die een aanduiding als il canto sempre marcato ed espressivo heel serieus neemt, meteen al in de eerste étude. Lyriek en branie gaan hand in hand, dartelheid domineert in nr. 2, nr. 4 is een soort uitsmijter, in nr. 5 horen we imitaties van fluit en hoorn.

In de bewerking van de drie marsen van Schubert imponeert Hamelin iets minder, maar dat ligt in dit geval meer aan de composities. Het verdient aanbeveling de op zich mooie opname ter verhoging van het klankrealisme extra luid af te spelen.