Locke: 14 Deeltjes toneelmuziek; Purcell: 12 deeltjes toneelmuziek. La rêveuse o.l.v. Benjamin Perrot. K617 K 617194 (61’16”). 2006

Matthew Locke (ca. 1621-1677) begon als koorknaap in de kathedraal van Exeter, maar werd onder koning Karel II Master of the king’s music. In die functie componeerde hij ouvertures, dansen, fantasieën en (deels vocale) toneelmuzieken voor de Londense theaters. Op het continent bleef zijn muziek goeddeels onbekend zodat we aan de hand van dit plaatje een mooie inhaalslag kunnen maken om een goede indruk te krijgen van de Engelse middenbarokmuziek.

Hier is echter een met zorg en smaak samengestelde dwarsdoorsnede te beluisteren die een aardig beeld geeft van het Londense muziekleven uit de tweede helft van de zeventiende eeuw, een soort Gouden Eeuw in Engeland vol welvaart. Het lijkt evident dat Engeland in die fase van de Restauration Frankrijk overtrof. Locke had zijn eigen inbreng, maar dreef ook op andermans werk: Humfrey, Braghi, Banister en Hart. Totdat hij het initiatief moest overlaten aan zijn protégé Purcell.

Purcell is wat dit genre betreft natuurlijk veel bekender, en consistenter; in geconserveerde vorm vooral sinds Decca indertijd op zes cd’s zijn verzameling theatermuziek onder leiding van Hogwood uitbracht (Decca 475.529-2). Het Franse ensemble La rêveuse is in de instrumentale sectie het sterkst met mooi ademend, genuanceerd spel op oude instrumenten, waaronder natuurlijk gamba, harp, klavecimbel, orgel, virginaal, theorbe en gitaar. Sopraan Julie Hassler heeft een levendige, zij het niet steeds goed gefocuste inbreng, In verantwoording, teksten en toelichting is keurig voorzien. Al met al een kleurig, stijlvol muzikaal gedocumenteerd tijdsbeeld.