Liszt: Waldesrauschen S 145/1; Sonetto 104 del Petrarca S 161/5; Valse oubliée in Fis S 215/1; Ballade nr. 2 in b S 171; Au lac de Wallenstein S 160/2; Hongaarse rapsodie nr. 3 S 244/3; 6 Consolations S 172; Harmonies du soir S 139/11. Nelson Freire. Decca 478.272-8 (58’09”). 2011
Met de rijke ervaring van een veelzijdig virtuoos musicus laat Freire zijn sympathiek warme licht schijnen over een eigen keuze uit de pianowerken van Liszt en levert daarmee een vooral poëtische bijdrage aan het lopende Lisztjaar.
Om te beginnen valt de verscheidenheid der gekozen werken op. Die reikt van bezonnen, dichterlijke reflecties tot virtuoos vuurwerk. In al deze werken toont hij het juiste stilistisch besef en de beheersing van een bepaalde klankmagie die een weldaad zijn voor dit genre. Met gemak en grote reserves overwint hij meest fijnzinnig, althans nooit grof wordend op alle horden . Aan ware vervoering geen gebrek. Zo gaat het van hoogtepunt naar hoogtepunt. In een poging om , juist omdat dit recital zo geweldig is, is de coupure van de laatste acht maten van de Ballade (die naar men zegt Grieg als inspiratiebron dienden voor de cadens uit zijn Pianoconcert).
Met nog geen uur speelduur is het jammer dat het zusterstuk van Waldesrauschen, namelijk Gnomenreigen ontbreekt.