CD Recensies

LISZT: PIANOWERKEN, DE LA SALLE

 

Liszt: Après une lecture du Dante: fantasia quasi sonata uit Années de pélerinage deel 2 Italie S. 161; Lacrymosa uit Requiem (Mozart) S. 550; Ballade nr. 2 in b S. 171; Widmung (Schumann) S. 566; Mazeppa uit 12 Études d’exécution transcendante S. 139; Nuages gris S. 199; Ständchen (Leise fliehen, Schubert) S. 560; Funérailles uit Harmonies poétiques et religieuses S. 173; Isoldes Liebestod (Wagner). Lise de la Salle. Naïve V 5267 (77’30”). 2011

 

Dit is een goede cd voor een blinddoektest. Is de Dantesonate van de aangekondigde Lang Lang (overgestapt naar Sony), van een onverwachte Volodos? Van Pletnev, Barenboim, Matsuev, Berman of Andsnes? Waarschijnlijk niet van Grimaud of Yuja Wang? Onwaarschijnlijk, want daarvoor is de aanslag te manlijk.

De verrassing is natuurlijk dat het de frêle Française (1988) blijkt te zijn die we sinds de dvd Les pianos de demain (Naïve DR 2118) met opnamen van een festival in La Roque d’Anthéron uit 2004 en van diverse Mezzo tv programma’s, latere cd’s en mogelijk een optreden in Amsterdam kennen. Ook bij dat quasi debuut speelde ze al Liszt: Saint François de Paule marchant sur les flots. Ook op twee van haar later verschenen cd’s bleef ze Liszt trouw. Op V 5006 met genoemd stuk plus La lugubre gondola en de Eerste Mefistowals en op V 5053 met het Eerste Pianoconcert.

Maar hier gaat ze – al dan niet ter ere van het Lisztjaar 2011 – voluit met een heel geschakeerd recital met werken van de vroege-, middenperiode- en late Liszt. Veel bekends, maar ook met het betrekkelijk onbekende, onopgesmukt uitgevoerde arrangement van het Lacrymosa uit Mozarts Requiem dat doet verlangen naar ook het Confutatis.

Mogelijk naar het motto ‘De eerste klap is een daalder waard’ begint ze hier met de veeleisende Dantesonate die ze prachtig vormgeeft zonder in melodrama te vervallen. De allegro gedeelten klinken imposant gaaf, er zijn prachtige rustmomenten, trillers parelen en het coda vormt een inderdaad groots slot.

Natuurlijk heeft de pianiste formidabele cd rivalen in deze werken, maar ze handhaaft zich met overtuiging te midden van hen wat op zichzelf al een groot compliment is. Haar techniek vertoont geen leemten en ze kan de lastigste passages in de supervirtuoze stukken met schijnbaar gemak aan.

Van de ongeveer honderd arrangementen die Liszt van andermans werk maakte, klinken naast het genoemde stuk van Mozart hier die van liederen van Schubert en Schumann (aangekondigd als Liebeslied maar dan niet in de oorspronkelijke gedaante S 566a, zoals o.m. door Yundi Li gespeeld op DG 474.297-2), maar in de gangbare Widmung vorm. Het liedarrangement wordt met niet te grote aandacht voor de decoratieve kanten en een goed onderscheid tussen hoofd- en bijzaken gespeeld,

In de Ballade wordt nogmaals een groot vuurwerk ontstoken en prachtig is hoe hier eenheid in verscheidenheid wordt gecreëerd; het rustige slot heeft een haast culminerend effect.

Het is interessant om Mazeppa te vergelijken met de orkestversie (Karajan, DG 447.415-2 of Haitink, Philips 438.751-2) en te ervaren hoe strijdlustig en quasi orkestraal deze tot in de puntjes gerealiseerde bewerking is. Funérailles, met een citaat uit Chopins Polonaise op. 53 en waarschijnlijk gezien de datering ter nagedachtenis van Chopin geschreven, wordt verheven en met het juiste gevoel voorgedragen, Isoldes Liebestod klinkt verheven en ingetogen, de late Liszt van Nuages gris krijgt het onbestemde, naar impressionisme neigende karakter mee.

De in een Bremense opnamestudio gemaakte opname bezit een terecht grote dynamiek die mooie pianissimi enerzijds en fors gedaver anderzijds niet tekort doet. De klank is ook redelijk helder en present zonder dat de luisteraar onder het soms ontketende geweld bedolven raakt.

Verrassende Lisztvertolkingen van groot formaat dus.