Lutoslawski: Symfonische variaties; Pianoconcert; Paganinivariaties (versie voor piano en orkest); Symfonie nr. 4. Louis Lortie (p) met het BBC symfonie orkest o.l.v. Edward Gardner. Chandon CHSA 5098 (67’25”). 2011
Chandos nam het prijzenswaardige initiatief om nu eens alle orkestwerken van Lutoslawski op te nemen. Dit is de tweede aflevering als voorbeeld, juist ook omdat hij de populaire Paganinivariaties bevat. Bijkomend voordeel is, dat de toch eigenlijk altijd al voortreffelijke opnamekwaliteit nog een extra stootje in de rug krijgt door de SACD modus.
Het gaat om een combinatie van betrekkelijk vroege en late werken. Waarmee hier dus meteen een leemte wordt gevuld. Het oudst zijn de Symfonische variaties uit 1938 van de 25-jarige student en al duidelijk een persoonlijk, geestig, zelfverzekerd en kleurig stuk waarvan blijkbaar geen opname bestaat.
Het Pianoconcert uit 1988 is een werk dat van veel fantasie getuigt en een grote dosis lyriek bevat. Het werk werd geschreven voor Krystan Zimerman die het met de componist als dirigent ook opnamen (DG 431.664-2, 471.588-2) maar Lortie van Gardner benaderen deze ideaaluitvoering dicht.
De oervorm van de Paganinivariaties, het grote, virtuoze successtuk voor twee piano’s, dateert uit 1941, de bewerking voor piano en orkest uit 1978. We kenden deze al van onder andere Bernd Glemser en het Pools Nationaal orkest onder Antoni Wit (Naxos 8.553423). Maar er is ook een variant uit 1995 van Ptasazynska voor toch weer twee piano’s, te horen met het Safri duo als solist (Chandos CHAN 9398).
De Vierde symfonie (1992) heeft iets van een culminerend meesterwerk met zijn gebalde lading binnen 23 minuten in twee onderling verbonden, nader in vijven gesplitste delen. Het werk lijkt in deze zin wel een echo van de Zevende van Sibelius. Van dit werk gaf Salonen een meesterlijke, net iets wat pakkender vertolking (Sony SBK 90480), maar ook Gardner overtuigt sterk. Dat neemt niet weg dat we hier met een heel geslaagd, veelbelovend initiatief te maken hebben.