CD Recensies

LULLY: ATYS

Lully: Atys LHV 53. Guy de Mey, Guillemette Laurens, Agnès Mellon, Jean-François Gardeil met Les arts florissants o.l.v. William Christie. Harmonia Mundi HMC 90.1257/9 , HML 50901.1257/9 (3 cd’s, 2u 50’22”). 1987

 

Lully was in wezen de schepper van de Franse opera, of tragédie lyrique zoal die nu bekend is. Hij deed dat door het hofballet met de de conventies van de klassieke Franse tragedie te versmelten tot een enorm en overstelpend spektakel waarin de toneeleffecten en de choreografie even belangrijk waren als de muziek.

De omvangrijke, vaak fantastische intrige – gewoonlijk ontleend aan de Griekse mythologie of aan een epos uit de ridderverhalen – werden gecombineerd met het onderzoek naar morele kwesties. Steeds met het resultaat dat vleiend eerbetoon voor de koning waarvoor  de werken werden geschreven absoluut volgde.

Een vernieuwing van grote betekenis en met grote invloed was de introductie van een ouverture in twee delen: het eerste langzaam en statig, het tweede geanimeerder en doorgaans fugatisch.

Lully ontwikkelde ook een type recitatief dat minder zwierig was dan het Italiaanse model, maar eerder was gebaseerd op de declamatorische stijl van de Franse tragedie auteurs zoals Racine en Corneille.

Voor het tegenwoordige publiek kan de hele procedure onhandelbaar en al te bewerkelijk lijken. Daarom is het toch goed dat de laatste decennia meer aandacht aan deze werken wordt gegeven.

Zo vonden in 1987 in Parijs en Montpellier opvoeringen plaats van Lully’s ‘lyrische tragedie’ Atys uit 1676 en volgde deze in de studio gemaakte opname enige maanden later, maar met behoud van de essentiële theatersfeer. Op verrassende en kleurrijke manier wordt hier door een duidelijk gespecialiseerd keurkorps aan zangers prachtig vocaal geacteerd en gezongen. We horen Guy de Mey als titelheld, Guillemette Laurens als Cybèle, Agnés Mellon als Sangaride en Jean-François Gardeil als Célénius. Ze weren zich goed en homogeen in de ensembles die in dit werk een grote rol spelen, net als de naar het declamatorische neigende dialogen. Ieder van de zangers werpt zich met aanstekelijk enthousiasme op tekst en muziek wat toy een fraai totaalresultaat leidt.