CD Recensies

LUTOSLAWSKI: SYMFONIEËN NR. 1-4

Lutoslawski: Symfonieën nr. 1-4. Los Angeles filharmonisch orkest o.l.v. Esa-Pekka Salonen. Sony 88765-44083-2 (2 cd’s, 1u. 46’03”). 1985-2012

 

De herdenking van de honderdste geboortedag van Witol Lutoslawski 25 januari 1913 heeft bij de muziekindustrie niet tot veel activiteit geleid. ECM en Simax brachten weer eens de Treurmuziek uit (ECM 476.467-2 c.q. Simax PSC 1302), Chandos zette ambitieuzer het project van de integrale opname van de orkestwerken voort met de Mala suite en het Celloconcert (Chandos CHSA 5106), Symfonie nr. 1; Partita; Chain 2 en Dansvoorspelen (CHSA 5108).

Maar Sony combineerde logisch de vier symfonieën uit de periode 1947-1993 uit Los Angeles, waar Salonen zich sinds 1994 met regelmaat voor de Poolse toondichter als een soort huiscomponist inzet. Daarom is de helft van dit project ook niet nieuw. Nr. 2 en 4 verschenen al op Sony M2K 42271 en SK 66280, nr. 3 en 4 op Sony SBK 90480, zodat in feite alleen nr. 1 echt nieuw is.

Symfonie nr. 1 is nog een vrij conventioneel werk dat enige verplichting jegens Hindemith en Bartók heeft en vol herkenbare melodieën zit. Maar in zijn Symfonie nr. 2 gebruikt de componist voor het eerst aleatorische technieken in een grootschalig werk. Het gaat om een tweedelige structuur, het eerste voorbereidend, het tweede met een flakkerend, weifelachtig klankweefsel en dito motieven uit het begindeel Hésitant die geleidelijk overeenkomstig de titel Direct steviger en doelmatiger worden. 

Binnen ieder deel heerst een ‘ritmisch elastisch contrapunt’, een soort ‘collectief ad lib’ waarin iedere musicus vrijwel als solist optreedt. Wanneer het teken voor het eind van zo’n gedeelte wordt gegeven, stoppen de vertolkers direct. Wanneer ze voordien het einde van hun partij bereiken, beginnen ze opnieuw.

Ook de Symfonie nr. 3 bestaat uit twee onderling verbonden delen die zijn geïntegreerd door een nadrukkelijk motto van vier noten – zoals aan het begin van Beethovens Symfonie nr. 5 – en die ook een ‘noodlot’ karakter hebben; het werk eindigt daar ook mee.

In de in 1992 beëindigde Symfonie nr. 4 die twee jaar voor zijn dood werd voltooid, introduceert de componist opnieuw het melodische aspect dat hij lang had verwaarloosd.

Salonen geeft de vier werken met indringende vaart en intensiteit weer. Maar helemaal alleen heeft hij het rijk niet in deze materie Wit (Naxos 8.554283, 8553423 en 8.553202) ontfermde zich in andere koppelingen over de nrs. 1, 3 en 4. En dan zijn er ter wille van een zekere authenticiteit nog de opnamen waarin de componist zelf dirigeerde: nr. 1 op EMI 565.076-2 en nr. 3 op Philips 464.043-2.