Lotti: Requiem in F; Miserere; Credo. Balthasar-Neumann koor en –ensemble o.l.v. Thomas Hengelbrock. Duitse Harmonia Mundi DHM 05472-77507-2 (68’21”). 1998

Als leerling van Legrenzi, tijdgenoot van Vivaldi en leraar van Galuppi was Antonio Lotti (ca. 1667-1740) organist van de Venetiaanse St. Marcus en bekleedde hij  een leraarspost aan het Ospedale degli incurabili voordat hij een aanstelling in Dresden kreeg. Behalve opera’s schreef hij de nodige geestelijke muziek waarvan hier voorbeelden zijn vastgelegd.

Dirigent Hengelbrock beschouwt Lotti’s Requiem als belangrijkste werk in deze vorm uit de tijd vòòr Mozart. Het wek is geschreven in het idioom van de late barok en heeft wat weg van Vivaldi’s geestelijke werken.

Het werk moet het stellen zonder Sanctus, ‘Benedictus’ en Agnus Dei doch wel een uitgebreid ‘Dies irae’ en een kort ‘Requiem aeternam’, Kyrie en ‘Offertorium’ in de beste traditie van de hoogwaardige, met souplesse toegepaste polyfonie. Opvallend ook de mooie contrasten in dynamiek en de finesse van het a cappella gezongen Miserere.

Het vijfdelige Credo is voor koor en strijkorkest met het ‘Crucifixus’ als hoogtepunt. Lotti schijnt een voorkeur te hebben gehad voor autonome misgedeelten.

Hengelbrock en de zijnen doen dit materiaal alle recht.