CD Recensies

LIPATTI: CONCERT IN KLASSIEKE STIJL; FANTASIE; PIANOSONATE E.A.

Lipatti: Concert in klassieke stijl op. 3; Pianosonatine voor de linkerhand; Pianosonate in d; Nocturnes in fis en a; Fantasie op. 8; Albéniz: Navarra uit Iberia (bew.); Bach, J.S/Lipatti: Orgelpastorale in F BWV 590; Bewerking 2 delen uit Cantate nr. 208, Jachtcantate ‘Was mir behagt’. Luiza Borac (p) met de Academy of St. Martin-in-the-Fields o.l.v. Jaime Martin. Avie AV 2271 (2 cd’s, 1u. 50’16”). 2012

 

Nadat de Roemeense pianiste Luiza Borac zich al had ingezet voor pianowerken van Enescu, wijdt ze zich hier aan de pianoliteratuur van Dinu Lipatti die gedurende de achttien jaar van zijn compositorische bestaan ontstond. Het is interessant te horen hoe divers diens aandacht was gespreid: van Bach tot Roemeense folklore via de lyriek van Chopin. Het mooie is dat we zelfs nog cd wereldpremières te horen krijgen. Zo krijgen we een interessante nieuwe kijk op de compositorische esthetica van componist Lipatti en van de invloeden waaraan hij blootstond. 

Bijvoorbeeld van zijn eerste gepubliceerde werk, het Concertino in klassieke stijl, een inderdaad kort vierdelig werk dat erg dicht bij Bach staat, met name in de finale met zijn gesyncopeerde ritmen; leuk dat de blazers zo’n grote rol spelen. Het werk krijgt de precies passende speelse vertolking en maakt een prontere indruk dan wat Vincenzi (Dynamic CDS 57) en Blumenthal (Ars Classicum 115931-2) ooit eerder lieten horen. Interessant blijft natuurlijk wel Lipatti’s eigen opname (Archiphon ARC 112/3). Het is in een nogal galmrijke omgeving opgenomen, zodat de details wat vervagen, maar verder is dit zonder meer de beste realisatie.

Van de Sonatine voor de linkerhand uit 1941 waarvan de componist zei dat het ‘om een driedelige kleinigheid gaat die hij in twee dagen op basis van zuiver Roemeense thema’s met veel brio schreef’ voor de linkerhand van zijn landsman Mihail Jora die zijn rechterbeen moest missen. Een blijk van lichtelijk wrange humor? Ook van dit werk bestaan meerdere opnamen, onder andere van Lipatti zelf uit 1943. Alleen op lp’s Electrecord ECE 0766/7. En opnieuw van Vincenzi en een paar anderen zoals Lory Wallfisch (EBS 6146), Maxime Zecchini (Ad Vitam AV 131015), Monica Gutman (Claves 50-9906) en Antoine Rebstein (Claves 50-1502), grote onbekenden. Maar na Borac te hebben gehoord, bestaat daaraan ook niet zoveel behoefte, fraai als ze het werk vol levendig zelfvertrouwen voordraagt.

De Pianosonate in d uit 1932, ook alweer in de gangbare driedelige vorm, draagt de ondertitel ‘Muziek is de taal Gods’ en krijgt hier zijn eerste cd opname. Het gaat om een jeugdwerk van de vijftienjarige op zoek naar een eigen stijl en met een fraai barokke fuga tot besluit.

De beide Nocturnes uit respectievelijk 1939 en 1937 hebben een wat somber, maar best aantrekkelijk karakter en krijgen hier precies de expressie die ze nodig hebben. En dan is daar de verrassende Fantasie in vijf delen uit 1940, ook een cd première van groot belang. Het is en stilistisch geavanceerd werk in harmonisch opzicht omdat de folkloristische thema’s met hun complexe ritmische patronen het werk een apart aanzien geven.

Lipatti’s bewerking van Albeniz’ Navarra wijkt niet veel af van die van Déodat de Séverac, maar inspireerde de verbeelding van de pianiste helaas wat te weinig. Dan liever het geslaagdere arrangement van Bachs vierdelige Pastorale voor orgel.  

Bewust speelt Borac op een Bechstein, die ook Lipatti bij voorkeur inzette. Ze levert grosso modo een prachtige reeks prestaties.