Magnard: Pianotrio in F op.18; Vioolsonate in G op. 13. Genevièce Laurenceau (v), Maxililian Hornung (vc), Oliver Trendl (p). CPO 777.765-2 (78’01”). 2012
Omdat hij nogal zelfkritisch was, is waarschijnlijk het oeuvre van Albéric Magnard (1865-1914) nogal beperkt gebleven. Dat hij de nodige oorspronkelijkheid toonde, is buiten kijf. Zijn gebruik van chromatisme verleidde ooit een criticus tot de bewerking dat Magnards muziek dichter bij Reger stond dan dat deze in de Gallische traditie was geworteld.
Maar zijn stem die in deze voldragen, vrij uitgebreide vierdelige werken een zekere noblesse ademt, is beslist de moeite waard om te worden gehoord. Weliswaar bestond van de cellosonate al een mooie opname met Mats Lindström en Bengt Forsberg (Hyperion CDA 67244), maar het piantrio schijnt voor het eerst op cd te verschijnen. Laurtenceau, Hornung en Trendl voeren het geheel welsprekend en met het juiste gevoel uit en ze zijn keurig opgenomen. Zo is de muziek volkomen recht gedaan.