CD Recensies

MILHAUD: VERZAMELING WERKEN

Milhaud: Le boeuf sur le toit op. 58; Saudades do Brasil op. 67; Suite française op. 248b; Suite provençale op. 152c; Symfonieën nr. 2 op. 247, 4 op. 281 en 8 op. 362l; Le carnaval d’Aix op. 83b; Pianoconcert nr.1 op. 127 (2x) en 4 op. 295; Études voor piano en orkest op. 63 nr. 1-5; Ballade voor piano en orkest op. 61; Celloconcert nr. 1 op. 136; Harpconcert op. 323; Concert voor marimba, vibrafoon en orkest op. 278; Concert voor 2 piano’s en slagwerk op. 394; Le tango des Fratellini op. 58c; Caramel Mou op. 68; Scaramouche voor 2 piano’s op. 165b; Le bal martiniquais op. 249; Paris op. 284; Saudades do Brasil (pianosolo, 2x); Romances sans paroles op. 129 nr. 1-4; Printemps cahier I op. 25 en II op. 66; L’automne op.115 (2x); Strijkkwartetten nr.12 op. 252, 14 op. 291 en 15 op. 291; Octet voor strijkers; Sonate voor fluit, klarinet, hobo en piano op. 47; Sonatine voor fluit en piano op. 76; Vioolsonate nr. 2 op. 40; Suite voor ondes Martenot en piano; Sonatine voor viool, altviool en cello op. 221b; Trio voor viool, altviool en cello op. 274; La cheminée du roi René op. 205; Les rêves de Jacob op. 294; Esquisses op. 227 nr. 1 en 2; Les deux cités op. 170; Cantate de la paix op. 206; Quatrains valaisans op. 206; Sonnets composé au secret par Jean Cassou op. 266 nr. 1-6; ‘Chers Corinthiens’ uit Médée op.191; Chansons de négresse op. 148b nr. 1-3; Poèmes juifs op. 34 nr. 1-8; Soirées de Petrograde op.55; Cantate nuptial op. 168; Chansons de Ronsard op. 223; Les quatre éléments op. 189; Bolivar op. 236; Fontaines et sources op. 352; Le boeuf sur le toit op. 58 (2x); Scaramouche op. 156b voor 2 piano’s; La création du monde op. 81; Les songes op. 124. Diverse uitvoerenden. Erato 82564-634844-2 (10 cd’s, 12u. 32’22”). 

 

De sleutel tot de muzikale persoonlijkheid van Darius Milhaud (1892-1974) ligt besloten in de eerste zin van zijn autobiografie uit 1970: “Ik ben een Fransman uit de Provence”. Bij werd geboren in een rijke Joodse familie in Aix-en-Provence en zijn muzikale stijl is gefundeerd door zijn voortdurende affectie voor zijn geboortestreek. 

Zijn onzelfzuchtige vermogen om volksmuziek materiaal in zich op te nemen kan worden teruggevoerd tot de nogal aardgebonden cultuur in de Provence, terwijl zijn eveneens kenmerkende polytonaliteit (het gelijktijdig gebruik van meerdere toonsoorten) niet slechts een trendy muzikaal uitstapje is, maar – tenminste deels – een andere erfenis van het Provençaalse landschap, zoals we dat ook kennen van de schilder Cézanne.

Toen eenmaal was gebleken dat hij over een groot muzikaal talent beschikte, kreeg hij al op zijn zevende vioolles en maakte al gauw briljante vorderingen. Maar hoewel hij daarna op het conservatorium in Parijs begon als vioolstudent, was hij er al gauw van overtuigd dat compositie zijn ware roeping was.

Hij nam les bij Paul Dukas en Charles-Marie Widor en na W.O. I werd hij een centrale figuur in de ‘Groupe des six’, een clubje muzikale beeldenstormers van  jonge componisten dat opponeerde tegen de romantische opgeblazenheid an Wagner maar ook tegen wat het de imprecisie van Debussy e Ravel vond. De woordvoerder van het stel was de schrijver Jean Cocteau, een charmante, weinig scrupuleuze persoonlijkheid die bij voorkeur mensen voor eigen doeleinden inpalmde.

Op instigatie van Cocteau schreef Milhaud zelfbewust de balletmuziek Le boeuf sur le toit in 1920. Daarmee had hij meteen succes, maar niet zozeer als serieus musicus, maar eerder als een grapjas, die meeliftte op de mode van de dag. Het kostte hem jaren om dat etiket af te schudden.

Milhaud had al gauw kennis gemaakt met allerlei volksmuziek uit de Amerika’s omdat hij de dichter en diplomaat Paul Claudel op diens reizen naar Brazilië vergezelde. Het was een inspiratiebron voor de nostalgieke pianostukken met de titel Saudades do Brasil.

In 1920 bezocht Milhaud Londen en kreeg hij de eerste smaak van jazz te pakken. Dat inspireerde hem om naar New York te gaan om dat genre uit eerste hand te ervaren. In 1923 kon hij zich met dat nieuw gewonnen gevoel uitleven in La création du monde.

In een volgende fase ontwikkelde Milhaud een sterke sympathie voor het Weense expressionisme en hielp hij om Schönbergs Pierrot lunaire in Parijs tot veen succes te maken.

In de jaren twintig en dertig ging de productieve veelschrijver ook filmmuziek componeren. Bijvoorbeeld bij Renoirs Madame Bovary in 1933. Maar tevens muziek voor kinderen en muziek- en toneelamateurs: L’annonce faite à Marie (1932) en Le trompeur de Séville (1937).

Toen Milhaud in 1940 uit Frankrijk moest vluchten, zocht hij zijn heil in de V.S., waar hij les kon geven aan hetMills College in Oakland (Californië). Die baan hield hij aan toen hij in 1947 ook als docent voor compositie aan het Conservatorium in Parijs werd aangesteld.

Maar daarna ging veel van Milhauds vitaliteit verloren omdat hij ver van zijn geboortegrond leefde. Hij vond wel enige compensatie voor die ontheemding door een groeiend bewustzijn van zijn Joodse herkomst. Dat was de stimulans voor mooie werken als het ballet Moisé (1940) en de Service sacrée (1947).

Een slopende reumatoïde artritis dwong hem Mills College op te geven; Milhaud trok zich met zijn vrouw terug in Genève in 1971. Maar vasthoudend en optimistisch bleef hij verder componeren tot in zijn eenentachtigste jaar. Zijn laatste werk was een cantate voor het Israël Festival in 1973. 

Onder de titel Une vie heureuse bracht Erato op tien cd’s in 2014 de essentie van het enorme oeuvre aan de hand van langer bestaande opnamen van Milhauds werken bijeen met o.a. de componist zelf als dirigent, Leonard Bernstein, Georges Prêtre, Georges Tzipine, Kent Nagano, het Italiaans kwartet, het Parrenin kwartet, fluitist Emmanuel Pahud, klarinettist Paul Meyer, de pianisten Marguérite Long, Jacques Février, Michel Béroff, Christian Ivaldi, Claude Helffer, Alexandre Tharaud, Eric le Sage.

Deze omnibus geeft als geheel dankzij over de hele linie goede vertolkingen een voortreffelijk inzicht in zijn oeuvre. Wie grondig vertrouwd wil raken met deze veelzijdige, boeiende componist kan niet beter doen dan uit dit reservoir te tappen.