Mozart: Serenade nr. 10 in Bes KV 361 Gran Partita; Haydn: Notturno nr. 8 in G H. II/27. Solistenensemble van de Royal Academy of Music o.l.v. Trevon Pinnock. Linn CKD 516 (60’25”). 2015
Van Mozarts vele serenades voor blazers in de ‘Gran Partita’ een bijzonder juweeltje. De uniek rijke partituur voor paren van hobo’s, klarinetten, bassethoorns (een warm klinkend, lager gestemd neefje van de klarinet), fagotten en vier hoorns plus een contrabas verleent dit werk een groots, symfonisch karakter.
Mrt meer dan vijftig minuten lengte is dit Mozarts langste kamermuziekstuk. Hij voltooide deze serenade kort nadat hij uit Salzburg naar Wenen was verhuisd en het tont duidelijk zijn gegroeide rijpheid ten opzichte van het lichte amusement dat hij in zijn geboortestad had moeten leveren.
Het adagio vormt de kern van deze serenade: hemels mooie melodielijnen vermengen zich met elkaar boven een haast hypnotiserende, kalm voortgaande begeleiding (het is ook dit deel dat dat de componist Salieri beschrijft in Peter Shaffers toneelstuk Amadeus).
Mozart had een zwak voor de diverse volle klanken die blaasinstrumenten kunnen produceren en de Londense studenten die onder leiding van Trevor Pinnock optreden, zorgen voor een vitale, verfijnde uitvoering die helder klinkt en mooie details laat horen. Bijvoorbeeld in het gesluierde coda van het vijfde deel, de romanze of de hobo cantilene tegen een achtergrond van murmelende klarinetten en bassethoorns in de adagio variatie. De hoekdelen klinken puntig en vrij atletisch met mooie uitwisselingen tussen de instrumenten onderling. Ze brengen ook aardige contrasten aan in het statige menuetto galante.
Natuurlijk zijn er legio andere erg mooie uitgaven van dit werk. Zie de Vergelijkende Discografie lijst. Andere erg goede zijn van Barenboim (EMI 767.306-2), Nederlands Blazersensemble (NBE NBECD 017), Collins (Onyx ONYX 4012) en Sabine Meyer (EMI 754.457-2).
Als aanvulling is plaats ingeruimd voor een aardig driedelig Notturno van Haydn.