CD Recensies

MENDELSSOHN: LIEDER OHNE WORTE, BRAUTIGAM

Mendelssohn: Lieder ohne Worte op. 62 nr. 1-6, op. 67 nr. 1-6, op. 85 nr. 1-6, op. 102 nr. 1-6;    Pianostukken voor kinderen op. 72 nr. 1-6;  Lieder ohne Worte in A ‘Gondellied’, in F, in D,  nr.49 in d ‘Reiterlied’, MWV. U.187; Kinderstukken op. 72 nr. 1-6; Stukken uit het Notenalbum voor Eduard Benecke nr. 1, 2. Ronald Brautigam. BIS SACD 1983 (73’33”). 2014

 

Nooit eerder was iets gecomponeerd dat vergelijkbaar is met Mendelssohs achtenveertig Lieder ohne Worte en nadien kwam ook weinig vergelijkbaars meer. Het is een verzameling van korte, afzonderlijke pianostukken waarin de melodie net zo belangrijk is als in een echt lied. Ook deze liederen zonder tekst hebben ieder een eigen karakter, emotionele lading, speeltextuur en fantasierijke inslag.

Ze waren zeer populair onder Mendelssohns bewonderaars (die varieerde van de middenklasse tot de Engelse koningin Victoria zelf).

Hoewel ze door goede amateurs kunnen worden uitgevoerd, vormen ze zelfs voor professionele musici nog een behoorlijke uitdaging. Hoewel bepaalde liederen een geheel eigen karakter hebben (zoals het gondel- en spinlied), zijn ze abstract van aard en komen ze als puur instrumentale muziek geheel tot hun recht. Deze liederen beslaan vrijwel Mendelssohns gehele loopbaan.

Veel van deze liederen zijn misleidend eenvoudig. Ze vereisen een lichte aanslag, een subtiele klank en een uitstekende muzikale balans. Zonder deze elementen zou de moderne, tot cynisme geneigde luisteraar ze vooral als zijnde sentimenteel beschouwen.

Een van de doelen van Mendelssohn was, opvallend genoeg, het herstellen van de waardigheid van het het pianospel in zijn tijd dat helaas nogal werd gedomineerd door virtuoos gepronk.

Weliswaar bestonden al enige fijne opnamen van deze materie – denk aan Daniel Barenboim (DG 453.061-2), András Schiff (Decca 466.425-2) en Sebastian Knauer (Berlin Classics BC 1637-2) en voor een selectie aan Murray Perahia (Sony SK 66511), maar die gebruikten moderne concertvleugels.

Zoals vaker kiest Ronald Brautigam voor een Paul Nulty vleugel naar het voorbeeld van een Pleyel uit 1830. Dat verleent op haast natuurlijke manier zijn aanslag meer subtiliteit en geeft feitelijk ook een authentiekere, eigen persoonlijkheid aan deze stukken. De pianoklank is keurig gevangen door de Bis technici. Daarom is dit een waardevolle aanvulling op het bestaande materiaal.