Mozart, L: Serenade voor trompet, trombone en orkest in D; Concert voor 2 hoorns en orkest in Es; Lambacher symfonie in G Eisen G. 16. Aljoscha Zierov(tr), Fabrice Millischer (tromb), Carsten Carey Duffin (hrn) en Philipp Römer(hrn) met de Beierse kamerfilharmonie o.l.v. Reinhard Goebel. Oehms OC 1844 (75’57”). 2015
Leopold Mozart (1719-1787) is vooral bekend als ‘vader van’, maar was zelf ook een kundig componist en theoreticus. Hij werd geboren in Augsburg, studeerde filosofie en rechten aan de benedictijnen universiteit van Salzburg, maar koos daarna voor de muziek.
Hij werkte zijn hele loopbaan aan het aartsbisschoppelijke hof als violist en later hof- en kamercomponist en ten slotte als kapelmeester na 1763. Hij was vaak afwezig wegende concerttournees van zijn zoon, wat zijn traag verlopende carrière aan het hof verklaart.
In 1756 vestigde hij zijn naam met de publicatie van Versuch einer gründlichen Violinschule. Deze verhandeling die in vele talen werd vertaald, werd een van de belangrijker werken uit die tijd.
Veel van zijn composities zijn verloren gegaan; zo is er van zijn dertig lange serenades nog maar eentje over. Wel bestaan nog heel wat manuscripten van symfonieën,, werken voor piano en kamerorkest, missen, treurzangen en offertoria. Opvallend is dat deze Mozart sr. niet zozeer zijn eigen instrument in zijn werken bevoordeelde, maar koperblazers. Het beste voorbeeld is het Trompetconcert in D. Daarvan bestaan diverse opnamen, waaronder een paar met Maurice André (Philips 468.207-2 en EMI 566.961-2).
Van de drie hier vastgelegde, mooi diverse werken bestaan andere opnamen, sms met beroemder solisten als Hermann Baumann en Radovan Vlatkovic (hoorn) of Wynton Marsalis en Maurice André (trompet), maar ook deze kan er zowel interpretatief als opnametchnisch heel goed mee door.