Montemezzi: Amore dei tre re, L’. Anna Moffo (s., Flora), Plácido Domingo (t., Avito), Pablo Elvira (b., Manfredo), Cesare Siepi (bs., Archibaldo), Ryland Davies (t., Flaminio) met het Ambrosian operakoor en het Londens symfonie orkest o.l.v. Nello Santi. RCA 74321-50166-2 (2 cd’s, 1u. 37’41”). 1976
Als tijdgenoot van Puccini had Italo Montemezzi in 1913 veel succes met zijn opera L’amore dei trei re. Tot rond 1950 hield het repertoire, maar daarna werd het snel vergeten. Ten onrechte naar blijkt.
De handeling speelt in een Middeleeuwse Italiaanse vesting waar de Italiaanse prinses Flora en haar man Manfredo wonen. Hij is de zoon van de monarch die het gebied binnenvalt en zij is verliefd op de plaatselijke prins Avito. Conflictstof genoeg en als haar blinde schoonvader ontdekt dat ze overspel speelt, tracht hij haar te doden, doch die poging mislukt als hij met een valstrik probeert ook de rivaal van zijn zoon te pakken te nemen wanneer niet alleen Avito, maar ook Manfredo het fatale vergif proeven nat op de lippen van de dode vrouw was gesmeerd.
Dit vrij decadente gegeven is op symbolistische wijze met veel passie en vertoon uitgewerkt in een muziek halverwege Wagner en Debussy met nu en dan een blijk van R. Strauss en de orkestratie is derhalve heel kleurig.
Van dit werk bestaan enige opnamen: van de componist zelf uit 1941 (Eklipse EKR CD 9), van Ino Savini (Arkadia HP 607-2) en Vladimir Fedoseyev (Koch 36570-2). Maar de RCA opname beschikt over de beste bezetting en is ook in alle andere opzichten zeer geslaagd.