CD Recensies

MOZART: ZUSJES WEBER, DE, DEVIEILHE

Mozart: The Weber sisters. Ouverture bij de balletmuziek voor de pantomime Les petits riens KV 299b; ‘Ah, vous dirai-je, maman’; ‘Dans un bois solitaire KV. 308 (295b); ‘Adagio’ uit Pantalon und Colombine; ‘Alcandro, io confesso…. Non sè donde viene’ KV 294; ‘Vorrei spiegarvi, oh Dio’ KV. 418; ‘Popo i di Tessagia… Io non chiedo’ KV. 316; ‘Nehmt meinen Dank, ihr holden Gönner’ KV 383; Adagio voor 2 bassethoorns en fagot in F KV. 410; ‘Schon lacht der holde Frühling’ KV. 580; ‘Der Hölle Rache’ en ‘Mars van de priesters’ uit Die Zauberflöte KV. 620; ‘Allegro vivace assai’ uit Thamos, König in Aegypten KV. 345; ‘Solfeggio’ KV. 393/2; ‘Et incarnatus est’ uit Mis in c KV. 427. Sabine Devieilhe (s) en Arnaud de Pasquale (p, org) met Pygmalion o.l.v. Raphaël Pichon. Erato 2564-6075843 (72’26”). 2015

 

Eerst werd Mozart als 21-jarige verliefd of het twee jaar oudere zusje Aloysia Weber (1760-1839)  van Constanze Weber (1762-1842), nichtje van Carl Maria von Weber dat Mozart in 1777 in Mannheim ontmoette. Maar nadat hij door haar was afgewezen, trouwde hij 4 august 1782 met Constanze, die na Mozarts dood hertrouwde met Von Nissen die een Mozart biografie bezorgde. En dan was er van de zes zusjes Weber nog de sopraan Josepha, die als koningin van de nacht bij de première van de opera Die Zauberflöte optrad. Ze waren trouwens alle drie sopraan.

Nadat Mozart was afgewezen door Aloysia schijnt hij in huize Weber aan de piano plaats genomen te hebben en een liedje te hebben gezongen waarin hij haar uitnodigde om zijn achterste te zoenen.

Men moet een Mozartbiografie of het Mozart compendium van Robbins Landon (Trion 1990) er maar op na te slaan of toneelstuk of film Amadeus gezien te hebben om van die relaties op de hoogte te zijn.

Op deze aardig samengestelde cd staat een programma van liederen, concertaria’s, operafragmenten en tussenspelen dat de verliefde Mozart naar voren haalt. Dat gaat van het jochie dat variaties schreef op een populair liedje over een verdwaasd herderinnetje tot de rijpe meester die het ‘Et incarnatus est’ uit de Grote Mis in c componeerde om eer te bewijzen aan Constanze’s soepele stem.

Hoogtepunten zijn de concertaria van Alceste ‘Popoli di Tessaglia’, het ‘Et incarnatus est’ en gelukkig ook het ontketende vuurwerk in ‘Die Hölle Rache’. Maar daarnaast zijn daar ook het korte drama van ‘Dans un bois solitaire’ en de simpele eenvoud van ‘Nehmt meinen Dank’.

Met jaar expressieve, innemende maar ook kernachtige jonge stem plooit Sabine Devieilhe al dat moois in prachtige vormen. Ze weet zowel de luchtige als de dramatische momenten raak te typeren. Bijzonder mooi zijn haar expressieve cantabile, haar wendbare coloraturen en haar verstilde pianissimi.  Heel virtuoos ook.

Als tussenspelen horen we vertrouwde, maar ook onbekende instrumentale stukken waarin zich een paar kleine juweeltjes bevinden. Het ‘adagio’ uit Pantalon und Colombine (1’16”) en het ‘canonisch adagio’ voor twee bassethoorns en fagot (1’37”), volkomen onbekende stukken.

Alle lof ook voor de begeleidingen door het Ensemble Pygmalion van Raphael Pichon en de toetsenist Arnaud de Pasquale.