Milhaud: Vioolconcerten nr. 1 op. 93 en 2 op. 263; Concerto de printemps; Le boeuf sur le toit op. 58. Arabella Steinbacher met het Omroeporkest München o.l.v. Pinchas Steinberg. Orfeo C 646-051 A (61’24”). 2004

Wie voor het eerst naar deze echte en vermomde vioolconcerten van Milhaud luistert, zal zich mogelijk verbazen over hun volkomen verschillende karakter en inhoud. Het eerste vioolconcert (1945) duurt maar een minuut of tien, maar bevat een langzaam deeltje dat op het cabaretliedje Romance’ is gebaseerd.

Concerto de printemps (1934) behoort tot de groep van vier stukken in verschillende bezetting die later uitgroeide tot zijn Vier seizoenen.

Van aanzienlijk groter belang is het ongeveer vijfentwintig minuten durende tweede vioolconcert (1945). De drie delen hebben echt een symfonische omvang en qua dieptewerking (mogelijk mee veroorzaakt door de net afgelopen W.O. II). Er is niets oppervlakkigs aan het werk dat in het langzame deel een sombere elegie heeft. De finale vrolijkt daarna weer wat op.

Uitbundigheid is daarna weer troef in Le boeuf sur le toit (1920).

Arabella Steinbacher weet met haar uitgekiende techniek deze werken met haar briljante uitvoeringen niet alleen interessant te maken, het lukt haar ook heel goed om met een warme toon al die verschillende stemmingen raak te typeren en emoties te tonen. Pinchas Steinberg en het Münchense orkest dragen een goed sluitende, treffende begeleiding bij.

Alleen le boeuf is mogelijk net wat typischer in handen van Bernstein (EMI 747.845-2) en Tortelier (Chandos CHAN 9023).