Mozart: Pianosonates nr. 1-18; Fantasie in c KV 475. Fazil Say. Warner 2564-6942060 (6 cd’s, 6u. 14”20”). 2015
Lange tijd werden Mozarts pianosonates onderschat. Gelukkig hebben toonaangevende pianisten sinds W.O. II van Mieczyslav Horszowski, Lili Kraus, Wilhelm Kempff en Rudolf Serkin tot Alfred Brendel, Alicia de Larrocha, Murray Perahia, Mitsuko Uchida, András Schiff en Maria João Pires dat recht gezet.
Deze werken – volgens Artur Schnabel te eenvoudig voor amateurs en te lastig voor professionals – hebben eronder geleden dat ze niet, zoals de sonates van Beethoven, als een voortdurende reeks geleidelijk rijpende werken werden geschreven. Mozart werkte zeer onregelmatig aan deze stijl en bleef goeddeels op de ingeslagen weg.
Het feit dat pianoleerlingen de simpelste ervan al vroeg kunnen aanpakken, is een reden geweest om ze wat al te makkelijk af te doen. In feite kent de hele reeks van achttien, die begint met zes uit begin 1775, KV 279/84 (vier werken zijn verloren gegaan) die eindigt met de pakkende KV 576 uit 1789, geen dieptepunten.
De gevierde KV 545 ‘voor beginners’ is een meesterwerk van technische wijsheid die nooit verbleekt. Het begrip ‘genie’ is misschien voor het eerst op Mozart van toepassing voor de finale met thema en variaties van KV. 284, een grootschalige verkenning van diverse tempi en verbredende horizons. Daarna is het een vast voorvoegsel.
Het meest dramatisch in de sonate in a KV 310 (uit de periode van de dood van zijn moeder) en de duistere, gepassioneerde KV 457.Maar de schijnbaar simpele KV. 570 met zijn bovenzinnelijke adagio verdient niet minder aandacht.
Alleen al daarom biedt een volledige cyclus een speciaal voordeel – de zogenaamd mindere en betere werken kunnen tegen elkaar worden afgewogen en beoordeeld.
Dat ook Fazil Say een voorliefde voor Mozarts sonates heeft, was bekend via zijn opname van de sonates nr. 10, 11 en 13 met de Variaties over Ah,vous dirai-je maman op WEA WE 885 uit 1997.
De opnamen met werken van andere componisten die hij sindsdien maakte, bleken van wisselend niveau.
Dat hij – net als bv. Uchida – ook de Fantasie KV 475 vastlegde is terecht voor deze metgezel van de sonate KV 475. Fay speelt een vrij puntige, elegante en heldere Mozart en weerstaat gelukkig iedere neiging tot romantiseren in de vroege sonates, zoals met name in KV 283. Hij toont passie in KV 310 en laat ook verder heel mooie dingen horen.
Misschien is het omdat ik niet echt een Say fan ben dat tenslotte toch de voorkeur uitgaat naar over de hele linie wat treffender en raker, deels ook verfijnder en kleurgevoeliger interpretaties van bovenal Mitsuko Uchida (Philips 468.356-2 (5 cd’s) en András Schiff (Decca 443.717-2 (5 cd’s). Maar het is ook nog steeds een genoegen om naar de oude opnamen van Lili Kraus uit 1968 (Sony 82876-88808-2, 4 cd’s) te luisteren.