CD Recensies

MOSCHELES: PIANOCONCERTEN NR. 1-7 E.A.

Moscheles: Pianoconcerten nr. 1 in F op. 45, 6 in Bes op. 90 ‘Concert fantastique’ en 7 in c op. 93 ‘Pathétique’. Howard Shelly met het Tasmaans symfonie orkest. Hyperion CDA 67385 (61’49”). 1989 

 

Moscheles: Pianoconcerten nr. 2 in Es op. 56 en 3 in g op. 58; Fantasie Anticipations of Scotland op. 75. Howard Shelly met het Tasmaans symfonie orkest. Hyperion CDA 67276 (75’50”). 2001

 

Moscheles: Pianoconcerten nr. 4 in E op. 64 en 5 in C op. 87; Souvenirs d’Irlande op. 69. Howard Shelly met het Tasmaans symfonie orkest. Hyperion CDA 67430 (72’04”). 2004

 

De Boheems-Duitse componist Ignaz Moscheles (1794-1870) studeerde bij Albrechtsberger en Salieri, werd een bekende concertpianist die met eigen composities menige  tournee maakte.

In 1826 vestigde hij zich in Londen waar hij in 1832 een der directeuren van de Philharmonic Society werd en daar in 1845 de leiding kreeg. Maar waar hij ook soirées gaf en op klavecimbel werken van Scarlatti en Bach speelde; hij was ook bevriend met Mendelssohn.

Maar in 1846 vertrok hij naar Leipzig om daar de belangrijkste pianodocent te worden aan het pas opgerichte conservatorium.

In zijn 135 composities komen we vrijwel alleen pianowerken tegen. Daarin werpt hij voor de vertolker dikwijls rare sprongen en hindernissen op die voor zijn tijdgenoten ware acrobatiek waren, maar die dankzij grotere vaardigheden thans overwinbaar zijn. Toch ontbreekt het niet aan muzikale verrassingen.

Het eerste concert uit 1828 is nog niet erg opmerkelijk, flamboyant wordt het pas in de vrolijke finale. Het tweede en derde concert zijn beide uit 1826, waarbij vooral het tweede door zijn aaneenrijging van aardige ideeën interessant is; de finale is een polacca à la Chopin. Hert derde concert is hierna weer wat minder interessant en herinnert met zijn vele passagewerk eerder aan een étude van Czerny. De finale, een vlot rondo in 6/8, maakt veel goed.

Concert nr. 6 (1834) is een vloeiend werk doordat de delen nin elkaar overgaan; het milde  langzame deel is met de zigeunerachtige finale verbonden door een aan het eerste deel ontleende brugpassage. Nr. 7 is van een jaar later en valt op omdat het scherzo meteen het langzame deel bevat. Alleen de bijnaam pathétique valt moeilijk te verklaren.

Moscheles toonde zich ook zeer gevoelig voor de couleur locale. Tijdens zijn verblijf in  Londen verwerkte hij bijvoorbeeld de March of the grenadiers in het vierde pianoconcert. Schotland kwam met ‘Kelvin Grove’, ‘Auld Robin Gray’ en ‘Lord Moira’s strathspey’ in Anticipations of Scotland aan de beurt; Ierse volksmuziek kleurt Souvenirs d’Irlande.

De grappig genoeg aan de andere kant van de wereld in Tasmanië gemaakte opnamen laten uitvoering en de geest van de componist, dus vol vaart en verve horen, waarbij Howard Shelley in de dubbelrol van solist en dirigent heel capabel blijkt te zijn.